. De flora van Nederland. Plants. 34 â SALICACEAE. FAMILIE 25. den in de vrouwelijke bloemen een uit een eironden voet kegelvormig, kort, stomp vruchtbeginsel, wiens steel 3-5maal zoo lang is als de achterste klier en door deze aan den voet iets omvat wordt. De stijl is kort of ontbreekt geheel, de stempels zijn kort, dik en uitgerand. K 1,5-4 M. April, Mei, soms in Juli of later weer. Vormen zijn «. discolor^) W. et Grab., waarbij de bladen van onderen blauw-groen zijn en jS. cóncolor-) W. et Grab., waarbij de bladen van onderen groen zijn. Gebruik. Ook van dezen wilg worden de jonge takken


. De flora van Nederland. Plants. 34 â SALICACEAE. FAMILIE 25. den in de vrouwelijke bloemen een uit een eironden voet kegelvormig, kort, stomp vruchtbeginsel, wiens steel 3-5maal zoo lang is als de achterste klier en door deze aan den voet iets omvat wordt. De stijl is kort of ontbreekt geheel, de stempels zijn kort, dik en uitgerand. K 1,5-4 M. April, Mei, soms in Juli of later weer. Vormen zijn «. discolor^) W. et Grab., waarbij de bladen van onderen blauw-groen zijn en jS. cóncolor-) W. et Grab., waarbij de bladen van onderen groen zijn. Gebruik. Ook van dezen wilg worden de jonge takken veel als vlecht- materiaal gebruikt. Voorkomen in Europa en in Nederland. Deze wilgensoort komt in ge- heel Europa op vochtige plaatsen voor en is ook bij ons langs rivieroevers en slooten algemeen. Een bastaard van S. amygdalina met S. alba is S. unduldta ^) Ehrh. Deze wordt vaak verwisseld met den bastaard van S. viminalis en S. amyg- dalina. Let men er echter op, dat bij S. undulata de vruchtbeginsels nooit behaard zijn en de katjesschubben aan den top donker gekleurd, dus tweekleurig zijn, dan is verwisseling van beide uitgesloten. De schors is bij S. undulata geel-groenachtig, aan jongere takken olijfgroen. Van S. amygdalina is zij niet alleen door den meest gegolfden bladrand te onderscheiden, doch eerder door de fijne beharing der jonge bladen, door de langgebaarde katjesschubben en de lan- gere stijlen. Ook zijn de stelen der katjes veel langer dan bij S. amygdalina en zijn de vrou- welijke met geheel ontwikkelde bladen bezet. Deze bastaard komt bij ons vrij menigvuldig voor. S. babyiónica ^) L. Treurwilg. (Fig. 31). Deze wilgensoort is boomvormig, met geelgroene tot bruine takken. De bladen zijn lancetvormig (l:5',;2a7), lang toegespitst, gezaagd, kaal, soms iets zijdeachtig behaard, glanzend, van onderen grijsgroen, dof en worden bij het verwelken bruin. De steunbladen zijn scheef langwerpig- lancet- of sikkelvormig. De bladen van de stelen der katjes zijn ge


Size: 1436px × 1739px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants