. De flora van Nederland. Plants. 172 CARYOPHYLLACEAE. — FAMILIE A;<;rostemina Githago Fig. 206. Volksnamen. Behalve als roode koekoeksbloem is de plant in den Achter- hoek als dagbleumke bekend. 26. Agrostémma ^) L. A. Githago 2) L. B o 1 d e r i k (fig. 206). De geheele plant is tamelijk dicht aanliggend behaard. Uit den pen- wortel komt een rechtopgaande, naar boven vaak vertakte stengel, die verwijderd bebladerd is. De bladen zijn lijnvormig, spits, met naar on- deren eenigszins gegoifden rand. De bloemen zijn vuilpurper, groot, alleen- staand aan den top van den stengel en de takk


. De flora van Nederland. Plants. 172 CARYOPHYLLACEAE. — FAMILIE A;<;rostemina Githago Fig. 206. Volksnamen. Behalve als roode koekoeksbloem is de plant in den Achter- hoek als dagbleumke bekend. 26. Agrostémma ^) L. A. Githago 2) L. B o 1 d e r i k (fig. 206). De geheele plant is tamelijk dicht aanliggend behaard. Uit den pen- wortel komt een rechtopgaande, naar boven vaak vertakte stengel, die verwijderd bebladerd is. De bladen zijn lijnvormig, spits, met naar on- deren eenigszins gegoifden rand. De bloemen zijn vuilpurper, groot, alleen- staand aan den top van den stengel en de takken, zij zijn lang gesteeld. De kelk is buis- klokvormig, lederachtig, ruw behaard, met 10 ribben en 5 lijnvormige tanden, die langer dan de bloemkroon zijn. De bloemkroon is 5-bladig. De kroonbladen zijn gaaf of uitgerand, zonder keelschubben, terwijl de nagel voorzien is van vleugellijsten. Stijlen zijn er 5, zij staan voor de kroonbladen. De doosvrucht is groot, zonder vruchtdrager, 1-hokkig en springt met 5 tanden open. De zaden zijn groot, zwart, gekorreld. O. 6-10 dM. Juni, juli. Bij de var. ,5. microalijx ^) Rupr. zijn de kelkslippen veel korter dan de platen der kroonbladen. Biologische bijzonderheden. De bloemkroonbladen sluiten zich niet, zij zijn van een honigmerk voorzien, doordat aan den voet der platen witachtige plaatsen zijn, die voorzien zijn van purperkleurige lijnen en vlekken. De honigafscheiding heeft op de gewone wijze plaats. De bloemen worden door dagvlinders bestoven. De inrichting der bloem met het oog op de be- stuiving is vrij wel als bij Silene conica. Bij regenachtig weer en dauw sluit zich de doosvrucht. De lange be- schuttende kelktanden zijn, voor de vrucht rijp is, afgebroken. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in bouwlanden in geheel Europa voor en is bij ons algemeen in korenvelden op klei- en zandgrond. De zaden heeten aan het meel der granen schadelijke eigen- schappen mede te deelen. Waarschijnlijk echter moet men vergift


Size: 1444px × 1730px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants