. De flora van Nederland. Plants. Euphrasia Odontites Fig. 220. a bloem, opengesneden, b meeldraad, c stamper, d vrucht. ^.pe bloemen staan in lange, dichte, eenzijdige, overhangende trossen. De schutbladen zijn langwerpig-Iancetvorniig, verwijderd getand, langer dan de bloemen. De kelk heeft 3-hoekige, spitse tanden. De bloemkroon is donzig behaard, viiilrose, aan de keel donkerder, zelden wit. Zij heeft een rechtopstaande, afgeknotte boven- lip, terwijl de slippen der onderlip afgerond zijn, de middelste is eirond-langwerpig, de zijslippen zijn lijnvormig-langwerpig. De meeldraden zijn iets


. De flora van Nederland. Plants. Euphrasia Odontites Fig. 220. a bloem, opengesneden, b meeldraad, c stamper, d vrucht. ^.pe bloemen staan in lange, dichte, eenzijdige, overhangende trossen. De schutbladen zijn langwerpig-Iancetvorniig, verwijderd getand, langer dan de bloemen. De kelk heeft 3-hoekige, spitse tanden. De bloemkroon is donzig behaard, viiilrose, aan de keel donkerder, zelden wit. Zij heeft een rechtopstaande, afgeknotte boven- lip, terwijl de slippen der onderlip afgerond zijn, de middelste is eirond-langwerpig, de zijslippen zijn lijnvormig-langwerpig. De meeldraden zijn iets langer dan de boven- lip, de helmknopjes zijn aan den top door haren verbonden. De doosvrucht is even lang als de kelk, niet uitgerand. X. 2,5-5 dM. Juni—Augustus. Het herfstras ,?. serótina ') Lk. (fig. 221) heeft aan den voet versmalde bladen en schutbladen korter dan de bloemen. Het bloeit van Augustus tot October. Nog wordt onderscheiden een forma paludósa ) Cop., die zeer forsch is en 6-9 dM hoog wordt. Biologische bijzonderheden. De purper- roode vlekken aan den voet der onderlip vormen een honigmerk. De buis der bloemkroon is 4-5 mM lang (fig. 222). Aan den ingang dier buis staan de elkaar bijna aanrakende, aan de binnenzijde met spitse uitsteeksels be- zette helmknopjes. De stijl steekt, althans bij de planten, die op zonnige plaatsen staan, dus daar, waar rijkelijk insectenbezoek is te verwachten, ver uit de bloem, zoodat een bij deze eerst aanraakt en zoo kruisbestuiving bewerkt. De slurf gaat daarna dicht onder de helm- knopjes naar binnen en stoot zeker tegen de schuin naar beneden gerichte punten der helm- hokjes. Daar deze nu achter door haren ver- wat poedervormig stuifmeel op de slurf. Naar ter zijde kan het niet vallen door de haren aan de randen der helmknopjes. Bij planten, die op zulke plaatsen groeien, verlengt zich in het verder verloop van den bloeitijd de bloemkroon, maar daar ook de stijl evenveel groeit, blijft zijn stand ten opzichte van de helmkn


Size: 1399px × 1786px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants