. Spiegel van het menselyk bedryf: vertoonende honderd verscheiden ambachten, konstig afgebeeld en met godlyke spreuken en stichtelyke verzen verryke . goéi of kwaad loon op liaan 54 Spiegel van het Gen esis III: ar. E! n de H f. f r e God maakte Adam en zyn wyfrokken van vellen, en toogze hen aan M AT TH E U S III: 4. En dezelvejoannes had zyne kleeding van kemels-hair, en eenen lederen gordel om zyne lendenen:cn zyn voedfel was fpririkhaaneri en wilden honig. En Kap: VI: 18,29. En war zyt gy bezorgd voor de kleeding ? Aan-merkt de leliën des velds, hoe zy waden; zy ar?beiden niet, noch (pinn


. Spiegel van het menselyk bedryf: vertoonende honderd verscheiden ambachten, konstig afgebeeld en met godlyke spreuken en stichtelyke verzen verryke . goéi of kwaad loon op liaan 54 Spiegel van het Gen esis III: ar. E! n de H f. f r e God maakte Adam en zyn wyfrokken van vellen, en toogze hen aan M AT TH E U S III: 4. En dezelvejoannes had zyne kleeding van kemels-hair, en eenen lederen gordel om zyne lendenen:cn zyn voedfel was fpririkhaaneri en wilden honig. En Kap: VI: 18,29. En war zyt gy bezorgd voor de kleeding ? Aan-merkt de leliën des velds, hoe zy waden; zy ar?beiden niet, noch (pinnen niet. En ik zeg u, dat ook Salomon in alle zyneheerlykheid niet is bekleed gewcell, als een vandeezen. En Kap: XI: 8. Maar wat zyt gy uitgegaan te zien ? een mensmet zachte kleederen bekleed ? Ziet die zachte[kleederen] draagen zyn in der koningen huizen. II KoRINTHEN V: 4. Want ook wy, die in deezen tabernakel zyn,zuchten bezwaart zynde: nademaal wy niet willenontkleed , maar overkleed worden , op dat hetfterfelyke van het leven verilonden werde Hy Menselyk Bedryf. 5f De DROOGSCHEERDER. Hyswys, die t kleed bereid, Dat eeuwig niet De mens, die tyd en vlyt berteed,Maakt van het beeitenhair zyn kleed : Zo kan hy t al voor t vlees bereiden;Was t dan niet al te flecht gedaan,Dat de arme ziel, in t overgaan, Gants naakt en blood,van hier moeft: fcheiden! Je- 3<5 Spiegel van het WJezaias LX1II: rood aan uw gewaad ? en uwe klee-deren als eenes, die in de wynpers treed ? J oannes XVII: 21. Op dat zy alle een zyn , gelykgy Vader in my, en ikin u, dat ook zy in ons een zyn: op dat de wereld ge-loove, dat gy my gezonden hebt. Handelingen XX: hebt dau acht op u zei ven, en op de geheele kudde,over welke u de Heilige Geeft tot opzienders gefieldheeft, om Godsgemeente te weiden, welke hy ver-kreegen heeft door zyn eigen bloed. E fe ze-n II: nu in Chriltus Jezus,gy die eertyds verre waart,zyt naby geworden door het bloed van Chriflus. KOLOSSENSEN I


Size: 1460px × 1710px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., boo, bookauthorluikencaspar16721708, bookauthorluikenjan16491712