. Bloem-tuintje : bestaande in twee deelen : het eerste in innerlyke bedenkingen, en geleikenissen, het tweede in eenige zang- en lees-rymen . wynïgophet gaan,o fnapt hy ftraks daar uit, al had hy reedt gedaan,ier op 10 viel my in: hoe dat er veele zondenaan uit des menfchen hert, zo haaft het is ontbonden;o liefd, en vreze Godts het herte niet en fluit,o berd het lichtelyk tot veele zonden ooge poogt te zien *t geen fchoon is en gevallig;et oor heeft gaarn t geluit dat zoet is, en lieftallig;♦e neus dat lieflyk riekt, de mont dat lekker fmaakt;n t heele lyf voelt gaarn dat hert en zin


. Bloem-tuintje : bestaande in twee deelen : het eerste in innerlyke bedenkingen, en geleikenissen, het tweede in eenige zang- en lees-rymen . wynïgophet gaan,o fnapt hy ftraks daar uit, al had hy reedt gedaan,ier op 10 viel my in: hoe dat er veele zondenaan uit des menfchen hert, zo haaft het is ontbonden;o liefd, en vreze Godts het herte niet en fluit,o berd het lichtelyk tot veele zonden ooge poogt te zien *t geen fchoon is en gevallig;et oor heeft gaarn t geluit dat zoet is, en lieftallig;♦e neus dat lieflyk riekt, de mont dat lekker fmaakt;n t heele lyf voelt gaarn dat hert en zin dan geen vreze Godts wort in het hert gevonden,o gaat de lufl: te ver, en berfl: wel uit tot zonden:y fchynen als de Kat tot uitgaan reê te ftaan,)ies dient het hert wel dicht door vreze Godts gedaan. Matth. if. V. 19. Uit het herte kernen voort hooze hè^enkingen^ doodjïagen^ overf^eUn^ l^c. Proverb. 23. v. 17. Uw herte en zy niet daar en: maar zyt t* allen dagen in de vreeze desHee-en. Syrach^iaV. 17. Mynekinderen bewaart dentughti»reede. yi% xc. op l8o Innerlyke Bedenkingen ^ XC. Op* T K had onlangs een Kan met nat,Üie goot ik uit, en merkten dat,Zo haaft het water daar uit droopDat ftraks de windt dan binnen is iiatuurlyk dat er nietIs hol, of wort vervult met dunkt; des menichen hert gelyktZeer wel een zulken kan: Want wyktDe deugd daar maar een wynig van,Zo neemt het ftraks weer ondeugd deene komt, de ander gaat,Daar \ altyd iets in , goed of quaad. En op verfchetde Gelegenthedin. iSi En onder alle zonden is tDat hoogmoet met de meefte liftDaar in fluipt; ja zy is wel daar,Eer dat men t weet, of werr maar een woordt dat iemandt fpreekt,t Gemoed tot hoogmoedt wel Neemt licht de yd*ie eere aan, .Zo der wat piyslyk is gedaan.*t Loftuiten maakt het hert verheugd;En dat gefchiedt niet of de deugdVan ootmoedt wort met een gemift,En dat al eer men daar op zo men t hert ni


Size: 1532px × 1631px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., boo, bookdecade1720, booksubjectconductoflife, booksubjectemblems