. De flora van Nederland. Plants. Trifolium striatuzn FiK. 762. 7-30 cM. Mei— Juli. der bovenste lanj^vvcrpi^-wiifvormig, zij zijn naar voren getand of gaaf- randig, met zijdeiiiigsclie nerven, niet naar buiten gebogen, aan weers- zijden behaard. De bloemen staan in eironde, ten laatste bijna cylindrische aren. De aren zijn bijna zittend , dus door het bovenste paar bladen omhuld, zij staan gewoonlijk ieder afzonderlijk. De kelkbuis (fig. 762) is 10-nervig, dicht ruw behaard, tijdens den vrucht- tijd opgeblazen met open, doch een weinig inge- snoerde, keel. De kelktanden zijn lancet-priem- vor


. De flora van Nederland. Plants. Trifolium striatuzn FiK. 762. 7-30 cM. Mei— Juli. der bovenste lanj^vvcrpi^-wiifvormig, zij zijn naar voren getand of gaaf- randig, met zijdeiiiigsclie nerven, niet naar buiten gebogen, aan weers- zijden behaard. De bloemen staan in eironde, ten laatste bijna cylindrische aren. De aren zijn bijna zittend , dus door het bovenste paar bladen omhuld, zij staan gewoonlijk ieder afzonderlijk. De kelkbuis (fig. 762) is 10-nervig, dicht ruw behaard, tijdens den vrucht- tijd opgeblazen met open, doch een weinig inge- snoerde, keel. De kelktanden zijn lancet-priem- vormig, stijf, doornig genaaid , korter dan of even lang als de bloemkroon, weinig ongelijk, de onderste even lang als de buis. De bloemen zijn klein en laten gemakkelijk los, als zij rijp zijn. De bloemkroon is rosé, even lang als of langer dan de kelk. De vlag is grooter dan de zwaarden, deze nauwelijks langer dan de kiel. Meest OO. De variëteit ,5. tenuiflónim ') Ten. valt op door haar veel krachtiger bouw, zij heeft tot 100 stengels. De stengels zijn afstaand behaard. De bladen hebben kort toegespitste, gaffelsgewijs 7-9-nervige steunblaadjes en omge- keerd eironde, wigvormig versmalde blaadjes. De hoofdjes zijn lang cy- lindrisch, langer dan bij de soort, dichtbloemig. De kelk is aangedrukt behaard, weinig opgezwollen. De kelktanden zijn bijna doornig, onderling gelijk en ook even lang als de kelkbuis. De kroonbladen zijn helderrose en steken slechts met het voorste deel der vlag buiten den kelk uit. De vlag is aanzienlijk langer dan de zwaarden en de kiel. Voorkomen in Europa en in Nederland. De soort komt op droge, zan- dige en leemachtige gronden in geheel Europa voor en is bij ons vrij zeldzaam. De var. is alleen op den St. Pietersberg gevonden. T. scabrum-) L Ruwe klaver (fig. 763). De plant is fijn en kort behaard. Uit den wortel komen verscheidene heen en weer gebogen, draadvormige, uitgespreid liggende of opstijgende, vrij sterk vertakte stengels. De bladen staan


Size: 1470px × 1699px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants