. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië. Fig. 266. Tjangklët (no. 32 op blz. 187, Fig. 267. Doeda brèngos (no. 33 op blz. 1871. 187 8b. BLOEM- OF BLADMOTIEVEN, GECOMBINEERD MET FIGUREN VAN DIEREN, ENZ. f1) t. Tloeki latar poetih. Tloeki = anjelier, de Wedelia biflora, behoorende tot de Compositae. Het anjelieren-motief, in de Javaansche batikkunst vaak-voorkomend, is vermoedelijk van Perzië over Hindostan op Java gekomen. Op wit veld in het midden een vogelfiguur. Daaromheen ontspruiten uit vierkanten: gekrulde, kronkelende stelen, waaraan anjelierbloemen met cirkelvormige mid


. De inlandsche kunstnijverheid in Nederlandsch Indië. Fig. 266. Tjangklët (no. 32 op blz. 187, Fig. 267. Doeda brèngos (no. 33 op blz. 1871. 187 8b. BLOEM- OF BLADMOTIEVEN, GECOMBINEERD MET FIGUREN VAN DIEREN, ENZ. f1) t. Tloeki latar poetih. Tloeki = anjelier, de Wedelia biflora, behoorende tot de Compositae. Het anjelieren-motief, in de Javaansche batikkunst vaak-voorkomend, is vermoedelijk van Perzië over Hindostan op Java gekomen. Op wit veld in het midden een vogelfiguur. Daaromheen ontspruiten uit vierkanten: gekrulde, kronkelende stelen, waaraan anjelierbloemen met cirkelvormige middens. Om de vogelfiguur: vlinders met gespreide vleugels, als in één richting rondfladderend om den vogel. 2. Dalima wantahlatar wantah =de granaatappel (Pu-nica granatum L, be-hoorende tot de Ly-thraceae). Op wit veld grootedalima-bloemen, ge-combineerd met an-dere en daar de ondui-delijke afbeelding vaneen kapel. 3. Traté latarireng. Traté, of taraté =waterlelie of lotos metroode bloemen (Ne-lumbium speciosumWilld, behoorende totde familie der Nym-phae


Size: 1385px × 1804px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1910, booksubjectweaving, bookyear1912