. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 66. UMBELLIFERAE. — 423 Biologische bijzonderheden. De bloemen zijn weinig protrandriscii, zoodat spontane zelfbestuiving gemakkelijk plaats heeft, wat ook wel noodig is, daar de weinig opvallende bloemen geen insecten lokken. Voorkomen in Europa en in Nederland. Deze hygropliyt komt in Zuid- en Midden-Europa tot Skandinavië toe op veenaclitigen grond, aan moerassige kanten van slooten en vijvers en op andere vochtige plaatsen voor. Bij ons is zij op dergelijke plaatsen algemeen, ook b v. veel in vochtige duinpannen en verder op diluvialen zandgrond, o


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 66. UMBELLIFERAE. — 423 Biologische bijzonderheden. De bloemen zijn weinig protrandriscii, zoodat spontane zelfbestuiving gemakkelijk plaats heeft, wat ook wel noodig is, daar de weinig opvallende bloemen geen insecten lokken. Voorkomen in Europa en in Nederland. Deze hygropliyt komt in Zuid- en Midden-Europa tot Skandinavië toe op veenaclitigen grond, aan moerassige kanten van slooten en vijvers en op andere vochtige plaatsen voor. Bij ons is zij op dergelijke plaatsen algemeen, ook b v. veel in vochtige duinpannen en verder op diluvialen zandgrond, ook in laagveen. 2. Sanieula ') Hydrocotyle vuigaris Fig. 502. S. europaéa-) L. Heelkruid (fig. 503). Uit den zwartbruinen, korten wortelstok komt een niet vertakte, rechtopstaande, dunne, beneden vaak purperrood aan- geloopen, onbehaarde stengel, die geen of weinig bladen draagt. Aan den voet van den stengel zit een roset van langgesteelde, van boven glanzige, hand- deelige wortelbladen, die 3-spletige inge- sneden gezaagde slippen hebben. De stengel zelf draagt meestal 1-2 bijna zittende bladen. De bloemen zitten in bolronde hoofdjes, die tot een onregelmatig scherm vereenigd zijn met 3-5 zeer ongelijke schermstralen. Ieder hoofdje bestaat meest uit 3 middelste, zittende, tweeslachtige bloemen en daarom- heen een krans van 8-10 kortgesteelde mannelijke (bij de meeste Umbelliferae zitten de tweeslachtige bloemen aan de buiten- zijde, hier in het midden). Er is een 2-4- bladig omwindsel van lancetvormige, vaak vinspletige bladen, terwijl de omwindseltjes kort zijn en uit lancetvormige, gaafrandige bladen bestaan. De 5 kelktanden staan opgericht, zijn lancetvormig, genaaid, de kroonbladen zijn roodachtig, samenneigend, naar binnen gebogen, omgekeerd hartvormig. De stijlen zijn verlengd, draadvormig. De vrucht is klein, roodachtig, bijna bolrond, met gebogen stekels bezet, op de dwarsdoorsnede bijna cirkelvormig (fig. 503). De deelvruchtjes zijn bijna vergroeid zonder duid


Size: 1409px × 1773px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants