. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 48. MALVACtAE. 349 De bloemen staan in de bladoksels en aan de toppen der stengels en hebben ruw behaarde bloemstelen, zij zijn rosé, zelden wit en zijn kleiner dan bij de vorige soort. De bijkelkbladen zijn gewimperd, de kelkslippen ruw behaard, breed driehoekig. De kroonbladen zijn 4 maal zoolang als de kelk, aan den top gegolfd, getand en iets naar binnen gebogen. De vruchten hebben een afgeronden rand, zijn niet rimpelig, doch dicht ruw behaard en worden zwart (fig. 418). 3-6 dM. ^. Juli-September. De plant riekt sterk naar muskus. De variëteit 5
. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 48. MALVACtAE. 349 De bloemen staan in de bladoksels en aan de toppen der stengels en hebben ruw behaarde bloemstelen, zij zijn rosé, zelden wit en zijn kleiner dan bij de vorige soort. De bijkelkbladen zijn gewimperd, de kelkslippen ruw behaard, breed driehoekig. De kroonbladen zijn 4 maal zoolang als de kelk, aan den top gegolfd, getand en iets naar binnen gebogen. De vruchten hebben een afgeronden rand, zijn niet rimpelig, doch dicht ruw behaard en worden zwart (fig. 418). 3-6 dM. ^. Juli-September. De plant riekt sterk naar muskus. De variëteit 5. intermédia ') Gr. et Godr. heeft de bovenste stengel- bladen handdeelig met smalle, ingesneden of getande slippen en gekartelde niervormige wortelbladen. Bij ons is alleen bij een korenmolen te Voorthuizen de vorm met witte bloemen gevonden. Biologische bijzonderheden. Bijzonderheden omtrent de bestuiving, zie M. silvestris. Voorkomen in Europa en in Nederland, in West- en Midden-Europa komt deze plant in heggen, bosschen en op beschaduwde, ruige plaatsen, vooral op zandgrond, vcor. Bij ons is zij op ruige, grazige plaatsen, aan heggen en langs wegen vrij algemeen. Zij wordt ook wel gekweekt en is misschien dus soms wel verwilderd. De muskusgeur verdwijnt bij het drogen. M. crispa ')L. Dessertbiaden. Deze plant heeft een rechtopgaanden stengel. De bladen hebben een hartvormigen voet, zijn klein gekarteld-getand, hebben een gekroesden rand, zijn handlobbig, zelden handspletig. De bloemen zitten in hoopjes in de bladoksels, zijn ongesteeld of vrij kcrt gesteeld, witachtig, vrij klein. De kroonbladen zijn evenlang als de kelk. De vruchtstelen zijn hoogstens dubbel zoolang als de kelk. De vruchtjes zijn dwars gerimpeld. 8-18 dM. G. JuliâHerfst. Voorkomen. De plant is waarschijnlijk afkomstig uit Zuid-Oost-Azië en Abyssinië. Zij is vroeger veel gekweekt als artsenijgewas en ook nu nog als sierplant en komt bij ons, echter zeer zeldzaam, verwilderd voor. M. silvestris
Size: 1416px × 1764px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants