. Naukeurige beschrijvinge der Afrikaensche gewesten van Egypten, Barbaryen, Libyen, Biledulgerid, Negroslant, Guinea, Ethiopiën, Abyssinie ... : getrokken uit verscheyde hedendaegse lantbeschrijvers en geschriften van bereisde ondersoekers dier landen . nige ka-baflèn,die zyJkoffi? noemen,gemaektvan mille-ftroo, daer in zy gemeenlijkhun waren en andere dingen mans-wapenen, alsfchilt, afagayen, pijl en boge, die aende muur gewoonlijk te pronk overigh huisraet, dat zy totnootdruft gebruiken, beftaet in eenflaep-matje, twee of drie zitftoeltjes,uit een hout gehouwe


. Naukeurige beschrijvinge der Afrikaensche gewesten van Egypten, Barbaryen, Libyen, Biledulgerid, Negroslant, Guinea, Ethiopiën, Abyssinie ... : getrokken uit verscheyde hedendaegse lantbeschrijvers en geschriften van bereisde ondersoekers dier landen . nige ka-baflèn,die zyJkoffi? noemen,gemaektvan mille-ftroo, daer in zy gemeenlijkhun waren en andere dingen mans-wapenen, alsfchilt, afagayen, pijl en boge, die aende muur gewoonlijk te pronk overigh huisraet, dat zy totnootdruft gebruiken, beftaet in eenflaep-matje, twee of drie zitftoeltjes,uit een hout gehouwen, met wat pot-ten om te koken, twee of drie kalbaf-fen om wijn de palm uit te drinken, eneen grote ketel, om hen te waflen. Langs deze ganfche Goutkuft, ja Jlangs de ganfche Guinefche kult, zijnby dinwoonders zekere vlugge envaerdige fchuiten of floepen int ge-bruik, by henEhetn,by de Portugefen^ytlmades, en by de Neerlanders Ka-noos genoemt, daer zy eenige mij-len mede tzee, en langs de revierenvan deene plaets tot dandere kanoos worden uit een heel :hout of ftam van eenen boom ge- „maekt, zonder eenige ftukken daer in <tte voegen. Te weten, zy worden eerftlangwerpig met houmeflèn, hen door don- Cf L K N T DER Zw A R T K K, 47?. donzen toegcbragt, gehouwen, endan zijdézijn boven een«reinig ingehaelc, met een platten bo-dem, boven open of zonder verdek;de einden voor en achter nau toe als:enhantboge,enbynavan een zelvelatfoen, doch is het voorfte eind watlager. Het uithollen gefchiet metien yzer, als de gieter-makers gebrui-ken, meteenlangdurigen arbeit, ma-«en het boort een vinger dik, en denoodem twee, en branden, na het uit-hollen, de holte rontom met ftroo,roorhetopeeten der wurmen, en hetjpfplijten van de zonne. De boor-len of zijden zijn met (tutten on-lerzet, om niet in te krimpen, maer:ffen en glatte blijven. Aen elk ein-le heeft een kanoo een boegh als een-ïallioen, of penne van een fchip,:en voet lang en een palm van eenlant dik, d


Size: 1737px × 1439px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthordapperol, bookcentury1600, bookdecade1660, bookyear1668