. De flora van Nederland. Plants. 96 — BORAGINACEAE. — FAMILIE Pulmonaria officinalis Fig. 118. maal zoo lang als breed, ten slotte langer dan de stengel, steeds wit gevlekt. Stengel- bladen half stengelomvattend. Vruchtjes sterk samengedriikt met een kamvormigen rand aan den top P. longifolia biz. 97. P. officinalis 1) L. Longkruid (fig. 118). Bij deze plant zit de wortelstok scheef in den bodem en draagt toege- spitste, langgesteelde bladen met een gevleugelden steel. De onderste dezer bladen zijn hartvormig-eirond (fig. 118), de hoogere eirond-lancetvormig met afgeronden voet. Aan den


. De flora van Nederland. Plants. 96 — BORAGINACEAE. — FAMILIE Pulmonaria officinalis Fig. 118. maal zoo lang als breed, ten slotte langer dan de stengel, steeds wit gevlekt. Stengel- bladen half stengelomvattend. Vruchtjes sterk samengedriikt met een kamvormigen rand aan den top P. longifolia biz. 97. P. officinalis 1) L. Longkruid (fig. 118). Bij deze plant zit de wortelstok scheef in den bodem en draagt toege- spitste, langgesteelde bladen met een gevleugelden steel. De onderste dezer bladen zijn hartvormig-eirond (fig. 118), de hoogere eirond-lancetvormig met afgeronden voet. Aan den bloemdragenden stengel zijn de 6-8 bladen zittend, de onderste zijn aan den voet versmald, langwerpig-spatelvormig, de bovenste langwerpig-eirond, iets afloopend. De stengel is stijf behaard met klierharen er tusschen, de bladen zijn ruw kort behaard. De wortelbladen ontwikkelen zich eerst sterk na den bloeitijd. De bladen zijn vaak wit gevlekt. De bloemen (fig. 118) zijn eerst rosé, later fraai blauw, zij blijven zelden rosé of zijn wit, zij zijn vrij groot (5 mM in middellijn) en zitten in 1 of 2 ongevorkte bijschermen aan den sten- geltop. De kelk is stomp 5-kantig en 5-tandig (nauwelijks tot i 3 der lengte ingesneden), om de vrucht opgeblazen, boven wijder dan aan den voet. De bloemkroon is trechtervormig, met open, door 5 haarbundels gebaarde, keel en een 5-spletigen zoom. De buis is onder de keel kaal. De deel- vruchtjes (fig. 118) zijn spits, breed eirond, aan den voet afgeknot, eerst behaard. 2|. 7-30 cM. Maart—Mei. Biologische bijzonderheden. Het vaak wit gevlekt zijn der bladen wordt veroorzaakt door holle ruimten in het bladparenchym en deze bevinden zich daar, waar de meeste huidmondjes zitten. Daardoor wordt de ver- damping van vocht sterk bevorderd, hetgeen vooral wenschelijk is voor planten, die op een vochtigen, beschaduwden bodem groeien. De bloemen zijn eerst rosé, dan meer violet en ten slotte blauw. Die ver- kleuring doet de geheele bloeiwijze, die


Size: 1463px × 1709px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants