. Stichtelyke zinnebeelden gepast op deugden en ondeugden : in LVII tafereeelen vertoont . ve jaegt,Haar kamprol in het eind ook afdoen loopen;Waarom t geen onvermydlyk is beklaagt? Het noot lot ftaat te vaft, de dood en heeft geen ooren. Dus ook in de GedachtenhTe ter uitvaart van denoverleden Dordrechtfen Borgermeefter, Hugo Repc-laar, geftelt door denHeere S. Everwyn: Geen ongeregelt, of mistrooftig Lykgebaar,Zal een ontbonde ziel, ten Hemel opgenomen,Int bange huis van kley en leem doen wederkomen. En de vernuftige J. van Braam in zyne trooftredenaan de Weduwe des overleden: Al wat oit lev


. Stichtelyke zinnebeelden gepast op deugden en ondeugden : in LVII tafereeelen vertoont . ve jaegt,Haar kamprol in het eind ook afdoen loopen;Waarom t geen onvermydlyk is beklaagt? Het noot lot ftaat te vaft, de dood en heeft geen ooren. Dus ook in de GedachtenhTe ter uitvaart van denoverleden Dordrechtfen Borgermeefter, Hugo Repc-laar, geftelt door denHeere S. Everwyn: Geen ongeregelt, of mistrooftig Lykgebaar,Zal een ontbonde ziel, ten Hemel opgenomen,Int bange huis van kley en leem doen wederkomen. En de vernuftige J. van Braam in zyne trooftredenaan de Weduwe des overleden: Al wat oit leven kreej* op aarde,Hoe luifterryk, hoe groot van waarde,Wort vroeg of laat ten deel aan t graf» En kort daar aan: Want konden immer heete tranen Den weg tot trooft aan t mensdom banen, Zoo was geen Diamantgefteent,Hoe fchoon, by tranen te gelyken. Hier over uit zich een ander Dichter in dezen zin: Sta buiten rykdom, eer en doot zal uw gefnor verdryven. Wat in de werrelt leeft vergaat;Maar deugt alleen 2al eeuwigh blyven. Di X. De KAMEEL. Niet meer nog minder. h. De mens van eigé miri bcdroogen Stele vaft, hy draagt het zwaarfle kruis $Maar had hy t kruis van elk gewoogen* Ligt bragt hy weer zyn eige t Kemel fchikt zich om te draagen Den laft op zynen rug menflen pligt is, zonder klaagen, Zyn lot, zyn weederwaardigheid,Van s I^emels hand hem toegedreeven^Te omhelzen t en vernoegt te leeven. F z AUc 84 HOÜBRAKENSXX. ZINNEBEELT. ALle Menfchen , de een meer, de ander min,,moeten ócn laft , of druk van hun nootlot dra-gen , zoo wel de ryke als de arme , de vroome alsde goddelooze , de wyze als de dwaze. Niemant is,hier af verfchoont -, en hoe williger en meer getrooft;iemant dien lafl torit, hoe min zwaar het dragen hemvalt. Want $ Gedult, en ftille lydzaamheit, Zyn (tutten die den kruisdruk fchragen. De Kameel word tot een leerzaam Zinnebeelt daarop toegepalt , die van eenen goedwilligen aart zyn*de, den lalt hem opgeleid geduldig zon


Size: 1603px × 1559px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorbritgezinefl169817, bookdecade1720, booksubjectemblems