. Bloem-tuintje : bestaande in twee deelen : het eerste in innerlyke bedenkingen, en geleikenissen, het tweede in eenige zang- en lees-rymen . hadt ^ Zo gy daar recht op bout, zo zult gy fchoonder weezcEi Als wel Helena was in fchoonheid uitgeleezen: Zo gy daar recht op bout, zo zal gewis u kracht Vry meer als Miloos zyn, of Samibns groote macht. Zo gy daar recht op bout, zo ^al u wysheid ryzen Veel hooger als Solons, ofdiergelykc Wyzen. Wel menfch bout daar dan op, t welk u zal bly ven by, Ja niet een ding hoe flerk , hetzy ook wathetzy, Ja zei ver ook de Doodt zal niet zo veel vermogen, Dat
. Bloem-tuintje : bestaande in twee deelen : het eerste in innerlyke bedenkingen, en geleikenissen, het tweede in eenige zang- en lees-rymen . hadt ^ Zo gy daar recht op bout, zo zult gy fchoonder weezcEi Als wel Helena was in fchoonheid uitgeleezen: Zo gy daar recht op bout, zo zal gewis u kracht Vry meer als Miloos zyn, of Samibns groote macht. Zo gy daar recht op bout, zo ^al u wysheid ryzen Veel hooger als Solons, ofdiergelykc Wyzen. Wel menfch bout daar dan op, t welk u zal bly ven by, Ja niet een ding hoe flerk , hetzy ook wathetzy, Ja zei ver ook de Doodt zal niet zo veel vermogen, Dat u door al zyn kracht iet worden zal ontogen, Maar t zal u blyven by altyd en eeuwiglyk In Godts volmaakt Palleis, en zoete Hemclryk. Syrach lO. IVat vethoovaerdight haer doch ^ ^c. i Petri I. V. 24. 25*. IVant alle vleefch is als gras ^ endealle heerlykheit des menfchen is als een bloeme des gras, hetgras is verdorret ende zyn bloeme is afgevallen, maar hetwoordt des Heeren bly ft in der Eeuwigheit, II. 6> Op verfcbclde Gekgenthèden^ ^ il. op een Man ^ aan de kant van de Haarkmntir*mner Jiaande, fpreekt als volgt:. T K fta hier vaft en kyk aan defe vlakke Oever ^ Maar zo ik langer blyf gewis 20 word ik droever^Mits ik nu treurig Viord terwy 1 ik fta en kyk,Om dat dees hol Ie Meer fchier is een Zeegelyk;My is wel eer verhaalt: dat defe Meer voordeezenPlach nut en vruchtbaar landt, en niet als nu te weexen*Hy was ook niet aldus doen ik hem eertyds 2ag,Mits ik hier t ander end nu niet beoogen fchynt noch daaglyks meer en meerder Land te eeten, Doch word nog niet verzaad door al zyn hongrig vreeten, A 5 Maar io Ihneriyh Bedenkingm^ Maar hoe hy meerder eet, hoe dat hy grager wort, Hoe dat hy grooter is, hoe dat hem meerder fchort; Het fchyntdat defe winit hem moet zeer wel gevallen, Mits hy gedurig ftormt op veel verfcheide wallen, En zal (na dat my dunkt) niet eerder zyn verzaat Voor hy eens wort bepaalt, of dat het al vergaat. Maar laat my defe zaak w
Size: 1816px × 1376px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., boo, bookdecade1720, booksubjectconductoflife, booksubjectemblems