Tijdschrift voor entomologie . PI. 2, fig. 1—7 . Eupith. Palpen tweemaal zoo lang als de doorsnede der oogen, lid 1wit, 2 en 5 groen. Kop en thorax gekleurd als de langwerpig naar achteren verbreed; de voorrand der voor-vleugels een vierde langer dan de binnenrand, de achterrandeen vierde korter dan deze, hoeken duidelijk doch stomp; ach-tervleugels zeer afgerond. Bovenzijde donker blaauwachtig ofzwartachtig groen, soms frisch grasgroen, op de voorvleugels helmidden- en franjeveld min of meer zwart bestoven, soms geheelzwart, doch het laatste in cel 5 en 6 meest duidelijk de gron


Tijdschrift voor entomologie . PI. 2, fig. 1—7 . Eupith. Palpen tweemaal zoo lang als de doorsnede der oogen, lid 1wit, 2 en 5 groen. Kop en thorax gekleurd als de langwerpig naar achteren verbreed; de voorrand der voor-vleugels een vierde langer dan de binnenrand, de achterrandeen vierde korter dan deze, hoeken duidelijk doch stomp; ach-tervleugels zeer afgerond. Bovenzijde donker blaauwachtig ofzwartachtig groen, soms frisch grasgroen, op de voorvleugels helmidden- en franjeveld min of meer zwart bestoven, soms geheelzwart, doch het laatste in cel 5 en 6 meest duidelijk de grond-kleur toonende. De teekcning is scherp en zwart, aan denvoorrand der voorvleugels dik beginnende. Aan den wortel vandeze ziet men een gebogen lijntje, en daarachter eene onduide-lijk begrensde zwarte vlok aan den voorrand ; op een derdetwee of drie, mede regelmatig gebogen lijnen, de derde afgebrokenvlekkig; over het middenveld loopt eene llaauwe, donkergrijzeof zwarte lijn, die aan den voorrand digt bij de laatste PI. Giiius Ku|iil licciii. sculps ÜESLACIIT EUIITHECIA. 161 der drie voornoemde zwarte dwarslijnen begint, doch zichmeestal spoedig daarvan verwijdert, in de middencel eene grootestompe bogt maakt en dan weer parallel met de vorige, gegolfdnaar den binnenrand loopt. Eene kleine zwarte middcnvlek diesoms aanwezig is, staat in of op de bogt dezer laatste lijn, en degrond is tusschen haar en de vorige bijna altijd zwart band op ader 4 en 7 scherp gebroken, duidelijk donkergedeeld, niet of naauwelijks lichter dan de grond, behalve incel 5 en G, waar hij worlelwaarts van de deelingslijn bijnawit is. Voorts is hij wortelwaarts scherp begrensd door eenezwarte aan den voorrand vlekkig beginnende lijn, wier veelfijnere binnenrandshelft fijn getand is, en waarvoor nog tweeflaauvve grijze loopen. Buitenste bezooming mede getand. Golflijnals de grondkleur, duidelijk, gelijkmatig getand, in cel ibniet verbreed of lichter. Adcreinden zwart. Achtervl


Size: 1382px × 1809px
Photo credit: © The Reading Room / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1800, bookd, booksubjectentomology, booksubjectinsects