. Tafereel van overdeftige zinnebeelden : gemaelt naer de deuchden, ondeuchden, gemoetsdriften der menschen, straffen Godts, en zegeningen : eerst beschreven door Cesare Ripa, Pierius Valerianus, Orus Apollo, en anderen ... . 1. JVelgelukzalig is hy die zich verjiandeiyk draegt omtrent den elendigcn (dat is die barmhartig is) want de Heer zd hem be-vryden ten dage des quaeis. Zoo ook in het 3. en 4. vers, en in den i iz. Pfalm-,vers f-p. Deze barmhartigheit zal hem ook gefchieden naer het licbaem, met zoodanig eenin zyn nooden te hulpc te komen, en dat in alle tydelyke opdagende wiflelingcn:ma


. Tafereel van overdeftige zinnebeelden : gemaelt naer de deuchden, ondeuchden, gemoetsdriften der menschen, straffen Godts, en zegeningen : eerst beschreven door Cesare Ripa, Pierius Valerianus, Orus Apollo, en anderen ... . 1. JVelgelukzalig is hy die zich verjiandeiyk draegt omtrent den elendigcn (dat is die barmhartig is) want de Heer zd hem be-vryden ten dage des quaeis. Zoo ook in het 3. en 4. vers, en in den i iz. Pfalm-,vers f-p. Deze barmhartigheit zal hem ook gefchieden naer het licbaem, met zoodanig eenin zyn nooden te hulpc te komen, en dat in alle tydelyke opdagende wiflelingcn:maer deze barmhartigheit heeft ook die genadeloon, dat zy hier nanraels zal onE-fungen worden, liant de Koningk zal tot de geenen zeggen die aenzynrechterhant zyn,komtgy gezegende des Fadcrs. beërft enz. ffant ik ben hongerig geweeft, en gy hehtrnyie eeten gegeven; ik ben dorftig geweefl, en gy hebt my te drinken gegeven, als een ver-toog van barmhartigheit. Daerom dan te recht paithet eenonderdaenvanChriftusKoningkryk barmhartig te zyn, en die wet van Chriftus op te volgen: Zytbarrn-bartig y gelyk wiv Fader die in den hemel is barmhartig is. LXVIir. ZIN- Op de zesde Zaligfpreuk van Chriftus, by Matth. f. LX\ irr ^ 5*?. LXVIII. ZINNEBEELT. Op de zesde zyn de reinen van harten ^ want zy zullen Godt zien. E En Vrouw int wit geklecdt, dragende in de flinkerhant een witteHarmelyn, en in de reehter houdt 7y een Hart dat zy met haertranen befproeit en nat maekt. In het verfchiet ziet men den hemelgeopent, waer uit de zonneflralen haer verlichten en omluiüeren. „ De ivitie kkederen en Harmelyn^ beduiden de reinheit en zuiveihrit des harren,„ die een godtvruchtigen nodig is: wacr van getoont is dat de Haimyn een ziu-„ nebeelc is. „ Het Hart dat zy met trmien hefproeit^ beek af de onnozclheit en oprechthcit„ des harten, en hoe een harte dat vuil en ontrouw is, moet beweent worden:„ maer ook hoe de tranen over den fnoodcn zielftact dat harte wederom zuiveren


Size: 1412px × 1770px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., boo, bookdecade1720, booksubjectconductoflife, booksubjectemblems