. Zegepraal der goddelyke liefde, vertoont in zeven en viertig ziel opwekkende zinnebeelden. In Zangmaat vervat op gelyk getal, van de uitgelezenste en bekwaamste wyzen, enz . al zyn wens, en s werrelts aanzicht hem tragt te betoo-veren, Zyn ziel van all haar ydelheen fchuw,Laat zig niet als van Je sus min veroveren. Die oogt ó Heer! maar alleènig op u. 4- Ach! J e s u s! trouwe zielsbeminde! Gun ons in alle leed, en fmart,Noyt andre luft, of ruft te vinden, Als u te leggen aan het zyt myn liefde, en hoogfte welbehagen. In uwe omhelzing blaakt myne ruft in u kan al myn


. Zegepraal der goddelyke liefde, vertoont in zeven en viertig ziel opwekkende zinnebeelden. In Zangmaat vervat op gelyk getal, van de uitgelezenste en bekwaamste wyzen, enz . al zyn wens, en s werrelts aanzicht hem tragt te betoo-veren, Zyn ziel van all haar ydelheen fchuw,Laat zig niet als van Je sus min veroveren. Die oogt ó Heer! maar alleènig op u. 4- Ach! J e s u s! trouwe zielsbeminde! Gun ons in alle leed, en fmart,Noyt andre luft, of ruft te vinden, Als u te leggen aan het zyt myn liefde, en hoogfte welbehagen. In uwe omhelzing blaakt myne ruft in u kan al myn leed verjagen. Ach! dat myn zugc uw genade beviel. Verlaat het vlees, en 7yn verderffelyken luft,Gyvind, 6 ziel! in God, wel haart geweatte rulh TOE- Goddelyke Liefde. 109 TOEPASSING. GElukkig, die van weelde ontbloot,Enjchuw van alle dwaze lujien9In s Heylands arm, en zagten fchoot> In alle veyligheit mag dan rumoeren 3 waf er wil. Hem zal geen ongeval genaken,InJESUS liefde is allesJiiL Geen veyliger geen wijf er baken,Voor s werrelts ongetrouwe zee;IVie vrede zoek, hier woond de vree, Mea iio Zegepraal, der XXVIII. Men kan geen twee Heeren dienen,. ir lursunt, ute dcorsum . Qiieu effèts ditfèrans j^rodtasent ces amours,tvn quinle versies cieux, lauire tmit a reboxin Goddelyke Liefde. iiï De Liefde is tweederly. Deze na V hooge, die na t lage. XXVIII. GEZANG. Wyze: Tranquifk Cmtr preparez vous. i. G Y naar om hoog! gy naar om laag)ü Liefde , meefter van de zin-j nen» }bi$. Zoo ik u allebey behaag; Wie van u twee zal ik dan minnen, jWind hy het hoogde Lot, dictlaagftehicrverheft ? Wel hem die t befte kieft. (bis. / z. Deen boeit myn hand aan daarde vaft,En dander doet haar vleugels , onverhindert van dien laft, Daar op naar hooger min te bied my rykdom, pragt, en onverganklyk goed. Wat in Zegenpraaly der yWat raad in dezen zinneftryd? Hier dient het waardigfte aardfe Liefde is voor een tyd. De we


Size: 1525px × 1639px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorhoogstratenjanvan16621756, bookcentury, bookdecade1720