. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 66. — UMBELLIFERAE. 427 glad (fig. 507). De dcelvriichtjcs hebben 5 gelijke ribben niet breede striemen in de groeven. 6-12 dM. ^. Juni—Augustus. De var. ,5. tenuifólio ^) Fröh. is gekenmerkt, doordat de gelieele plant veel kleiner en teerder is. De blaadjes zijn lijnvormig en spaarzaam ge- zaagd of gaafrandig. Biologische bijzonderheden. De waterscheerling is een der meest vergif- tige planten onzer flora. Vooral de soms uit den modder loslatende en dan drijvende wortelstokken zijn zeer gevaarlijk, omdat zij wel met andere eetbare wortels verwisseld w


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 66. — UMBELLIFERAE. 427 glad (fig. 507). De dcelvriichtjcs hebben 5 gelijke ribben niet breede striemen in de groeven. 6-12 dM. ^. Juni—Augustus. De var. ,5. tenuifólio ^) Fröh. is gekenmerkt, doordat de gelieele plant veel kleiner en teerder is. De blaadjes zijn lijnvormig en spaarzaam ge- zaagd of gaafrandig. Biologische bijzonderheden. De waterscheerling is een der meest vergif- tige planten onzer flora. Vooral de soms uit den modder loslatende en dan drijvende wortelstokken zijn zeer gevaarlijk, omdat zij wel met andere eetbare wortels verwisseld worden. In de schermen, die later komen, vindt men vaak vele mannelijke bloemen. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant is een echte hygrophyt. Zij komt in moerassen en venen, ook aan slootkanten in Noord- en Midden- Europa voor en is bij ons vrij algemeen. De var. tenuifolia is bij Dokkum, tusschen Roswinkel en Weerdinge en bij laatstgenoemde plaats gevonden. Volksnamen. De namen waterscheerling en dolle kervel worden veel gebruikt. In het Oosten van Overijsel en Gelderland spreekt men van wilde scheerling, in Salland van slobben, in Friesland heet de plant dol- en stinkwortel, in Groningen pompom, in Noord-Limburg wilde kervel, in het Land van Hulst pompen. 5. A'pium -) Tru. A. gravéolens O L. Selderie (fig. 508). De plant is onbehaard, glanzend en riekt sterk (vooral de wilde plant, die zelfs vergiftig heet te zijn). De wortel is kort, met vezels, die eenigszins vleezig zijn. Destengel is rechtopstaand, sterk vertakt, hol, gegroefd hoekig (fig. 508). De bladen zijn eenigszins dik (vooral bij de wilde plant), de onderste zijn ge- vind, de bovenste 3-tallig met wigvormige, van boven glanzige, naar voren ingesneden gezaagde blaadjes. De schermen zijn zeer kort gesteeld met 6-12 ongelijke stralen. Ómwindsel en omwindseltjes ont- breken. De bloemen zijn zeer klein en witachtig. Zij hebben geen kelkslippen, de bloemkroonbladen zijn bijna hartvormig-rondachtig, vlak,


Size: 1447px × 1726px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants