. Alle de wercken, so ouden als nieuwen . verlieft,Niemant falu konnen helpen, Hoe men foeckt, hoe nau men kieft^Aen een die met effen randen Juyft op d ander paffen outfte fijn de befte panden ^ N iet en gaet voor d eerfte trou;D^ eerfte trou die leert het minnen , D eerfte trouw is enckelvrcught, D eerfte trouw die bint de finneil, Sy ist bloemtje van de jeught:Nae mijn oordcel twee-mael trouvveii Dat is veel niet Tonder pijn ,Dry-mael, kan niet als berouwen \ Want hoe kander liefde fijn?Hout u eerfte lief in weerden, Eertfe met een vollen fin,t Is een Hemel opter eerden ^ Söoje paertu


. Alle de wercken, so ouden als nieuwen . verlieft,Niemant falu konnen helpen, Hoe men foeckt, hoe nau men kieft^Aen een die met effen randen Juyft op d ander paffen outfte fijn de befte panden ^ N iet en gaet voor d eerfte trou;D^ eerfte trou die leert het minnen , D eerfte trouw is enckelvrcught, D eerfte trouw die bint de finneil, Sy ist bloemtje van de jeught:Nae mijn oordcel twee-mael trouvveii Dat is veel niet Tonder pijn ,Dry-mael, kan niet als berouwen \ Want hoe kander liefde fijn?Hout u eerfte lief in weerden, Eertfe met een vollen fin,t Is een Hemel opter eerden ^ Söoje paertuyt rechte min; Mimus: Hahcnt locim maiUiCti crehr^cnuptu-. Nam: Vidm iff fua i^ aiiena -vitia mVit. Virgil. 4. i£neïd^ Scd mïhi -vel tellus optcm prius ima dchifcd,Vd Pater omnipotens adigat mcfidmme ad umhrns >Pal/entes timbras erebi, nocJemque ,Antepudor, quam te ^iokm , nut tiiajura meosprimus , qui mejihijunxit, iMofesAhjlidit ^ ilk habeat feamjef-vetque fcpulchro. M NON NON TE Q^U .SSIVERIS A Lshet fmout niet uyt en walt Ennietin het vier en valt,Soo en rijfter nimmer vlamDie den koek fijn boter nam;Maer de mcyt blijft onverletIn het fmelten van haer vet. Een die in fijn palen blijft,En geen ftouter handel drijft,Als hy by fijn ouders fagh, Of als hy te voren plagh,Die blijft meefter van het ftuck,En ontgaet het ongeluckDat een ander licht beklemt,Die op dieper waters fwemt. Vrienden, blijft in ugeweft,Dat is alle menfchen beft jSelden is et dat men klaeght,Daer men niet te veel en waeght. Ovid. noemt temeraria virtus, SenccaHercule Furcntc. Isemofe tute diit Perkulis offerte tam crebrispotefi;G}uem/dpe tranjitcafus alquando inloemt. Alciatus:Ajpicis aurigam currus Phaëthontapatemi Ignmmos aufumfieClereJoUs equosMaxima quipojlquam terris incendia fparfa Efi temere injejjo lapfus ah axe pier ique rotis fortiin^ adfdcrareges Ey^efli, ambitio quosju-peni/is agit,Poft magnam htmani generis clademquefua mque^ Cunó


Size: 1596px × 1566px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorcatsjacob15771660, bookcentury1600, booksubjectemblems