. Zederyke zinnebeelden in hondert kunstplaten vertoont . l de andere deugden zonderdeze, niet dan een uitwendig vercierzel zyn 5dat ze hun oorfpronk niet als uit de ydéle glo-ry trekken , en dat de hovaardy alleenlyk ,daar ze hun roem van wachten, dezelve eeni- B gen fS ZEDERYKE gen luider geeft. Maar, gelyk de befte dingenontaarden, wanneer ze tot geen goed eindeworden aangeleid, zo ook de menfchen, dieden hemel in hunne onderneemingen niet beoo-gen , zien dezelve eindelyk met groote ver-warringe, en een ongelukkige uitkomft eindi-gen. Vermits dan alle aardze dingen, doorhun ongeftadigheit,
. Zederyke zinnebeelden in hondert kunstplaten vertoont . l de andere deugden zonderdeze, niet dan een uitwendig vercierzel zyn 5dat ze hun oorfpronk niet als uit de ydéle glo-ry trekken , en dat de hovaardy alleenlyk ,daar ze hun roem van wachten, dezelve eeni- B gen fS ZEDERYKE gen luider geeft. Maar, gelyk de befte dingenontaarden, wanneer ze tot geen goed eindeworden aangeleid, zo ook de menfchen, dieden hemel in hunne onderneemingen niet beoo-gen , zien dezelve eindelyk met groote ver-warringe, en een ongelukkige uitkomft eindi-gen. Vermits dan alle aardze dingen, doorhun ongeftadigheit, als rook en damp ver-gaan, zo laaten wy er ons zei ven niet aan heg-ten. Ons gemoed vereifcht een andere ruft ,die niet in de fchepzelen, maar alleenlyk inGodt te vinden is. *t Is van zyn gunft , datwy deze rufte en vreedzaam heit des gemoedsmoeten hoopen en afbidden. Laten wy hemdan vaftelyk met ons geloove aanhangen , da-gelyks onze onbeftendigheit beldaagen, en alonze ftantvaftigheit en kragt in hem alleenftellen. VIL ZINNEBEELDEN. 15VIL Lichtende^ verlicht ze alles, C-^ Een konft of praal kan t oog bemerken ^•» In t duifter, of de naare nacht;Ten zy er t licht word luifter hebben onze werken, Als s Hemels gunft niet nedcrdaald,En haar met zyne glans beftraald. Niet tonrecht word Gods gunft by eenbrandende kaars vergeleeken, die ter zel-ve tyt, als ze haar licht in een kamer verfpreid, B 2, ook io ZEDERYKE ook aan de kriftallen, fpiegels, en al de kofle-lyke praalwerken , waar mee de zelve is ver-dere, glans en luiftcr geeft > zonder welke tgoud en t zilver niet zou konnen blinken ,noch de dierbaarfte dingen zich meer, als deflechtfte vertoonen , dewyl ze eenpariglyk inde duifternifle zouden begraaven zyn. t Isook zoo met de Goddclyke gunft , die onzewerken verlichtende glans en luifter geeft :maar niet zo haaft is geweeken, of wy bevin-den 5 dat we in duifterheit zyn, geen zoetig-heit in dit leven vinden, en dat de ongenoegten,droef heit,
Size: 1588px × 1573px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookdecade1710, bookidzederykezinnebee00verr, booksubjectemblems
