. Beknopt leerboek der plantkunde voor Nederlandsch-Indië. Plants. 47 van twee ontstaan. Drie bloemkroonblaadjes zijn goed ontwikkeld, geel met purperen aderen, de beide anderen zijn zeer klein, priemvormig, zoogenaamd rudimentair. Van de meeldraden zijn er drie goed ontwikkeld, vier zeer klein, rudimentair, de overige drie, die er zouden moeten zijn, ontbreken. Het vruchtbeginsel is bovenstandig, gesteeld. De assem komt in het wild niet in Nederlandsch-Indië voor, de boom is inheemsch in de tropisch Afrikaansche steppen, maar reeds sinds zeer langen tijd naar alle tropische landen over- gebra


. Beknopt leerboek der plantkunde voor Nederlandsch-Indië. Plants. 47 van twee ontstaan. Drie bloemkroonblaadjes zijn goed ontwikkeld, geel met purperen aderen, de beide anderen zijn zeer klein, priemvormig, zoogenaamd rudimentair. Van de meeldraden zijn er drie goed ontwikkeld, vier zeer klein, rudimentair, de overige drie, die er zouden moeten zijn, ontbreken. Het vruchtbeginsel is bovenstandig, gesteeld. De assem komt in het wild niet in Nederlandsch-Indië voor, de boom is inheemsch in de tropisch Afrikaansche steppen, maar reeds sinds zeer langen tijd naar alle tropische landen over- gebracht. In Nederlandsch-Indië wordt hij zeer veel als schaduw- boom aangeplant; de boom ontwikkelt zich vooral bijzonder goed in streken waar een lang- durige droge tijd heerscht, zooals in het laagland van Oost-Java het geval is. Veelvuldig wordt nog in Nederlandsch- Indië en an- dere tropische landen de kembang me- rak of pauwe- bloem, Caesalpinla imlcherrima^ gekweekt. De Inlandsche naam heeft waarschijnlijk betrekking op de schitterende kleur van de bloemen en op de lange meeldraden, die als de staart van een pauw zijn uitgespreid. Het is een eenigszins gestekelde heester met fijn blauwgroen loof en groote trossen rood of geel gekleurde bloemen, die het geheele jaar door bloeit. De bloemen zijn lang- gesteeld en bestaan uit vijf losse kelkblaadjes, waarvan één grooter is dan de overige vier, vijf losse, langgenagelde bloemkroon- blaadjes, waarvan één kleiner is dan de andere, tien lange ver uit de bloem stekende meeldraden en een bovenstandig vrucht- beginsel met langen stijl en zeer kleinen stempel. De vrucht is een openspringende, platte peulvrucht die w^einige zaden bevat. De bladeren zijn dubbelgevind en vertoonen zeer duidelijke slaap-. Fig. 51. Takje van de Setjaug met een dubbelgevind blad en een Please note that these images are extracted from scanned page images that may have been digitally enhanced for readability - coloration and appearance of


Size: 1932px × 1294px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1920, booksubjectplants, bookyear1923