. Eglentiers poëtens borst-weringh . temt den6. November i 6 i 8. C K x^mflds Egkntkr juygh uyt met hertens fchatrcn,Zo errenftich dat mijne oude oogen watrcn,Bezullendc met tranen t rimpelende vel:lek die nu zes mael twintich laren luckich tel:Ia mijne zilvre hayren blondclijck weer groe-yen : En doen in gryze Hcrbft mijn Lentcn nieuw hcrbIoeyen3Belommrende mijn pruyek met Cereflijck cieraet,Bepralend my in pracht, bepronckend mijn ghewaedt,Nu dat dees gulden langhe ick na haeckte5Dalwerckingh vande tijdt mijn wenfehe vruchtbaer maeckteoO gloiïeufe ftont! ghekomenis den dach,Dat ick


. Eglentiers poëtens borst-weringh . temt den6. November i 6 i 8. C K x^mflds Egkntkr juygh uyt met hertens fchatrcn,Zo errenftich dat mijne oude oogen watrcn,Bezullendc met tranen t rimpelende vel:lek die nu zes mael twintich laren luckich tel:Ia mijne zilvre hayren blondclijck weer groe-yen : En doen in gryze Hcrbft mijn Lentcn nieuw hcrbIoeyen3Belommrende mijn pruyek met Cereflijck cieraet,Bepralend my in pracht, bepronckend mijn ghewaedt,Nu dat dees gulden langhe ick na haeckte5Dalwerckingh vande tijdt mijn wenfehe vruchtbaer maeckteoO gloiïeufe ftont! ghekomenis den dach,Dat ick lof-zanghen van mijn Prins uytjuyghen Lecifchcr,mijn borft-weer,bczorgher en behoeder,Ophouder van mynlof, opquccckcr, mijn opvoeder^Bepaler mijnes ftaets, voorvechter van mijn eer,O Heroickfche Lamurecht! door wiens goed beheerGhlijck een kunft-licver-helt be-yvertis mijn Farnc,En heftich porren doet all die die na u Muft, toy t u op, t vernuft te werek nu zet,Bialdt uyt uw lof-zangh nu van zijn Eusabet. Van. BORST-WERINGH. iSj. Van heur? Van hcur ick zegh toont nu uw kunftens krachtc,t Gheen ghy van heur zcght zal hy voor zich zelvcn achten:Mits zy is zijn juweel, zijn Paragon, zijn all,Zo dat hy deer-gaef voor zich zelven houden Acht Rijm-vrou dat ghy fchreunit,waer na wilt ghy verbeyden,Oft vraeght zo t zo is, hoe kan hy van heur fcheyden?Doch vraeght ghy t is niet vreemt, macr hier in ziet ghy wis,Hoe dat de liefde van een Vader grooter meerder werdt ghcooght op t nut van lieve kindren,Al zoud zijn eyghen ftaet hier door ten deel s t Vaderlijcke Ampt, het geen mijn Princc weet,Die zelfs zich zelfs ontlijft, en heur ten Echt zie, helaes! ick zie Goddin Diana treuren,Die met heur maeghde-rey betracht t voorneem te fleuren,Maer vruchteloos, vermits t Orakel van Iufyn^Vcrwitticht dat de fchickingh gantfeh vervult moet zijn.*t Ghckibbel voordert niet, t geen moet zijn dat zal wezen,En wat den Hemel doet dat


Size: 1594px × 1567px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1600, bookdecade1610, bookideglent, booksubjectemblems