. De flora van Nederland. Plants. 604 ORCHIDACEAE. — FAMILIE 19. Tusschen helmknop en stempelvlakte bevindt zich het snaveltje als een breed eironde, spitse schub, die naar de stempelvlakte toe bol uitstaat en aan den top 2 kleine openingen heeft. Deze schub is hol en in 2 kamertjes verdeeld, zij vervult de rol van hechtkliertje voor de ongesteelde stuifmeel- klompjes, die hier weder uit poedervormig stuifmeel bestaan. Het vrucht- beginsel is zelf ongedraaid, doch zit op een gedraaiden steel. Bloemen groenachtig, gesteeld, in een ijlen tros zittend, met schutbladen korter dan de bloemstelen. D


. De flora van Nederland. Plants. 604 ORCHIDACEAE. — FAMILIE 19. Tusschen helmknop en stempelvlakte bevindt zich het snaveltje als een breed eironde, spitse schub, die naar de stempelvlakte toe bol uitstaat en aan den top 2 kleine openingen heeft. Deze schub is hol en in 2 kamertjes verdeeld, zij vervult de rol van hechtkliertje voor de ongesteelde stuifmeel- klompjes, die hier weder uit poedervormig stuifmeel bestaan. Het vrucht- beginsel is zelf ongedraaid, doch zit op een gedraaiden steel. Bloemen groenachtig, gesteeld, in een ijlen tros zittend, met schutbladen korter dan de bloemstelen. De laatste, evenals destengel, naar boven kort behaard. Stengel in de onderste helft met 2 (zelden 3) bijna tegenoverstaande, ongesteelde bladen, boven evenals de bloemstelen kort behaard. Bladen in de jeugd opgerold. Overblijvende planten met v^ortelstok en lange, draad- vormige wortels. Biologische bijzonderheden. zoekers zijn kevers (vooral. De bloemen zijn weinig opvallend. Als be- Grammoptera laevis) en sluipwespen waarge- nomen. In het midden der lange, smalle, naar beneden omgebogen lip bevindt zich een lange, honig afscheidende groeve. Het groote, dunne ^ bladachtige, toegespitste sna- veltje bevat een kleefstof, die bij de geringste aanraking als een taaien, witten droppel uit de openingen te voorschijn treedt. In den knop (fig. 561) heeft zich reeds het daarachter ge- legen helmknopje geopend en liggen dus, als de bloem open gaat, de stuifmeelklompjes geheel vrij en leunen met hun top tegen het boveneinde van het snaveltje. Nu komen kleine insecten naar het ondereind der lip vliegen, kruipen langzaam naar boven, terwijl zij de honiggroeve uitlikken. Daarna stooten zij, boven aangekomen, tegen het snaveltje, waaruit nu dadelijk 2 droppels kleefstof komen, die tot een samenvloeien en zich ten deele hechten aan den insectenkop, ten deele aan de toppen der stuifmeel- klompjes, zoodat deze met den kop mee getrokken worden en dit nog te meer, daar de kleverige vloeistof in


Size: 2169px × 1152px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants