. De flora van Nederland. Plants. 564 â GRAMNIAE. â FAMILIE 18. baren grond, de vorm polyanthum is een paar malen bij Rotterdam gevonden, de var. cristatum is vrij algemeen, de var. pauciflorum niet algemeen, de var. tenue zeldzaam, de var. longiglume ook zeldzaam. De monstrositeiten zijn van verschillende plaatsen bekend, echter zijn ramosum, furcatum en sphaerostachyum alleen bij Rotterdam gevonden. Volksnamen. Behalve de naam Engelsch raaigras, die algemeen wordt gebruikt, spreekt men in Friesland ook van bargeraai. eendegras, ketting- raai, lidjegras, muizenkoren en roggegras, daar en in G
. De flora van Nederland. Plants. 564 â GRAMNIAE. â FAMILIE 18. baren grond, de vorm polyanthum is een paar malen bij Rotterdam gevonden, de var. cristatum is vrij algemeen, de var. pauciflorum niet algemeen, de var. tenue zeldzaam, de var. longiglume ook zeldzaam. De monstrositeiten zijn van verschillende plaatsen bekend, echter zijn ramosum, furcatum en sphaerostachyum alleen bij Rotterdam gevonden. Volksnamen. Behalve de naam Engelsch raaigras, die algemeen wordt gebruikt, spreekt men in Friesland ook van bargeraai. eendegras, ketting- raai, lidjegras, muizenkoren en roggegras, daar en in Groningen ook van smeerraai, in Waterland van hondengras, rogtijlen en varkensgras, in Zuid-Limburg van smeelen. L strictum ') Lolium strictum Fig. 505. S t ij f raaigras (fig. 505). Deze plant is eenigszins grijsgroen, aan den voet bundels- gevvijs vertakt. De stengels (althans de hoofdstengel) zijn aan den voet meest vertakt, min of meer geknikt opstijgend of aan den voet liggend. De bladen hebben een gladde, aan de hoogere opgeblazen scheede en een smalle, geleidelijk toegespitste, gladde of boven iets ruwe schijf. De aar is meest niet meer dan 1,5 dM lang, althans boven vrij dicht. De aartjes zijn klein, meest niet 1 cM lang, lijn- lancetvormig, meest 4-7-bloemig. Het kelkkafje (fig. 505) is stijf, tot 8 mM lang, duidelijk 7-nervig, aan de randen vliezig, spits. Het onderste kroonkafje is bleek, lancetvormig, 5-6 mM lang, vliezig gerand, vrij spits. 1-3 dM. 0. Mei, Juni. Voorkomen in Europa en in Nederland. Deze soort komt op drogen zandgrond en op slib in het gebied der Middel- landsche Zee voor. Zij is bij ons bij Rotterdam, aangevoerd, gevonden. 11 a 1 i a a n s c h Lmk. (L. italicum â¢"â ) A. Br.). raaigras De stengel is rechtop- L. multiflórum (fig. 506). Deze plant is lichtgroen, dicht zodenvormend staand of aan den voet iets opstijgend, meest naar boven min of meer duidelijk rugwaarts ruw. De bladen zijn in de jeugd opgerold, zij hebben een meest
Size: 1454px × 1718px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants