. De Dierentuin van het Koninklijk Zoologisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam. Zoos; Birds. liiillinnijo (jullintila, is ilc kloiiistc viiii (iiizo en alle overige watersnippen. De BASTAARD-SNIPPEN, RiiYNCHAEA. naderen tot de watersnippen in levenswijze, maar de beiv is korter, hard en een weinig gekromd; de vleugels zijn sterker afgerond en de kleuren van liet vederkleed zijn niet slechts zeer afwijkend, maar ook zeer viMschillend volgens den leeftijd. Zij bewonen de heete hichtstreken. Er zijn slechts 2 soorten van dit geslacht l)ekend. â Die der Oude Weield, Tihynchaea larieg


. De Dierentuin van het Koninklijk Zoologisch Genootschap Natura Artis Magistra te Amsterdam. Zoos; Birds. liiillinnijo (jullintila, is ilc kloiiistc viiii (iiizo en alle overige watersnippen. De BASTAARD-SNIPPEN, RiiYNCHAEA. naderen tot de watersnippen in levenswijze, maar de beiv is korter, hard en een weinig gekromd; de vleugels zijn sterker afgerond en de kleuren van liet vederkleed zijn niet slechts zeer afwijkend, maar ook zeer viMschillend volgens den leeftijd. Zij bewonen de heete hichtstreken. Er zijn slechts 2 soorten van dit geslacht l)ekend. â Die der Oude Weield, Tihynchaea lariegala, heeft (Ie nri'ootte Mn nii7c gewone wateisnip, en weid in üfhcel Aliiki in Indie tot Japan en de Snnda-cilandcn en nok in Vii^tiahe aan;:,! tioffen /ii schijnt (Kik in de meeste dezer streken te broeden. â De Amerikaansche soort, Rhyncliai'u itmicol/aris. is naauwelijks grooter dan ons bokje. Op 0-taïti treft men eene zeei' afwijkende soort, FrosoboHia leucoptera, aan, die in sommige opzigten tot de strandloopers of zelfs de waterhoentjes schijnt te naderen. Hare teenen zijn even sterk onlwikkelil als bij de overige snippen; maar haar bek is koit. de oogen zijn kleiner en de vleugels meer afgerond. Zij IS op de onderdeelen roodachtig bruin, op de bovendeelen donkeibunn mrt eene jroote witte vlek aan den \()oi \l( ii_( I >h n ti(it li nr aan (h> oevers. k-iicuplein. U E G R U T T O'S. L I M O S A. De grutto's naderen het meest de watersnippen, maar zij zijn veelal hooger op de pooten, en deze zijn langer; de teenen zijn aan hunnen wortel van (â en of twee spanvliezen voorzien; de oogen zijn kleiner; de bek is veelal een weinig opwaarts gekromd; (Ie wijfjes zijn aanmerkelijk grooter dan de mannetjes; zij hebben een min of meer in het rosse trekkend en van het grijze winterkleed geheel verschillend zomerkleed; iiumie stem is schel, en het zijn dagvogels. Zij nestelen in het noordelijk lialfrond. verhuizen echter tot in het zuidelijk halfrond. Dij sommige soorte


Size: 2299px × 1087px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1800, bookdecade1870, booksubjectbirds, bookyear1872