. Album der Natuur. MOSSEN. 309 kunnen volgen; beter is 't nog zich een levend exemplaar te ver- schaffen, hetgeen niet moeilijk valt, daar ze overal in onze omge- ving groeien. Zonder uitzondering zijn alle mossen sierlijke plantjes, die zeker wel tot de meest algemeene behooren en bijna nergens ontbreken waar een weinig aarde en vochtigheid ze de gelegenheid tot groeien geven. Somtijds zou men zeggen dat alleen reeds vocht voldoende was tot hun groei, want dikwijls worden zij op plaatsen aangetroffen waar bijna geen aarde te ontdekken is. Op daken en muren, waar door den invloed der atmosfee


. Album der Natuur. MOSSEN. 309 kunnen volgen; beter is 't nog zich een levend exemplaar te ver- schaffen, hetgeen niet moeilijk valt, daar ze overal in onze omge- ving groeien. Zonder uitzondering zijn alle mossen sierlijke plantjes, die zeker wel tot de meest algemeene behooren en bijna nergens ontbreken waar een weinig aarde en vochtigheid ze de gelegenheid tot groeien geven. Somtijds zou men zeggen dat alleen reeds vocht voldoende was tot hun groei, want dikwijls worden zij op plaatsen aangetroffen waar bijna geen aarde te ontdekken is. Op daken en muren, waar door den invloed der atmosfeer de steen of kalk een weinig verweerd is, schieten sommige soorten, vooral Grimmia en Barbula, spoedig op, en menig oud gebouw heeft zijn schilderachtig uitzien voor een groot deel te danken aan de groene of zilverachtige, met roodbruin gemengde kleur dier kleine mossen; geen boom bijna of ze worden er op gevonden, te midden van die andere meer leerachtige plantjes, de korstmossen; aan den voet der boomen, tusschen gras, straatsteenen enz. overal komen zij voor. ^'^S- !• De meeste mossen bezitten eenen dunnen draadvormigen stengel, die al of niet in tak- ken verdeeld is, naar onder toe bruin of zwartachtig wordt en daar bezet is met ve- zeltjes die het plantje in den grond bevesti- gen (fig. 1, a). Het meest in 't oogvallend zijn de teedere, dikwerf b>ijna doorschijnende blaadjes {b) die dan eens netjes in rijen, dan weder meer ver- spreid aan den stengel staan en naar boven dikwijls rosetvormig bijeen komen. Uit het midden dier bovenste blaadjes, of ook wel zij- delings boven de takken ontspringen fraaie, roodbruine steeltjes, die aan hun voet door een kokertje, de zoogenaamde scheede (c) omge- ven zijn, en van boven uitloopen in een knop- vormig aanhangsel, dat, in ongeschonden toe- stand , door een kapje bedekt wordt. De steel, waarop dat knopje is gezeten, be- toont zich dikwerf zeer gevoelig voor het af- of toenemen der vochtig- heid , waarbij het zich wringt of draa


Size: 955px × 2617px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bhlconsortium, bookcollectionbiodiversity, bookcontributornatura