. Coleoptera Neerlandica : de schildvleugelige insecten van Nederland en het aangrenzend gebied. Beetles. \'. Sc AK All AKI DAK. I'!picomf,tis. 26. Cetonia. 63 Kpiconietis Ituim. (T ru |)i 11 Cl ia Muls.) /)// x<^niis ondcrschc'uit zic/i 7'an Oxy /Jiy r t:a, chnndal de voorsilu-neii aan <lcn buitenrand ylandi,if zijn; ook is hei halsseliild dieht heslippeld en, vooral bij het i, dieht behaard, vrij dof, zonder witte vlekjes, met kiclvorniix verheven middellijn. Ifalsschild al of niet aan weerszijden, vóór het midden, met twee kleine spiey;eh<lekken. Bovenzijde sterk, vooral aan de
. Coleoptera Neerlandica : de schildvleugelige insecten van Nederland en het aangrenzend gebied. Beetles. \'. Sc AK All AKI DAK. I'!picomf,tis. 26. Cetonia. 63 Kpiconietis Ituim. (T ru |)i 11 Cl ia Muls.) /)// x<^niis ondcrschc'uit zic/i 7'an Oxy /Jiy r t:a, chnndal de voorsilu-neii aan <lcn buitenrand ylandi,if zijn; ook is hei halsseliild dieht heslippeld en, vooral bij het i, dieht behaard, vrij dof, zonder witte vlekjes, met kiclvorniix verheven middellijn. Ifalsschild al of niet aan weerszijden, vóór het midden, met twee kleine spiey;eh<lekken. Bovenzijde sterk, vooral aan de zijden dieht en aldaar vlokkii^, behaard. Aehtersehenen in beide seksen met 2 eindsporen. Bij het <i het achterlijf al of niet met een lanxsindriik. Van de 2 Riiropecsehe soorten komt i in het aangrenzend gebied voor. Zwart of zwartliniin, eenkleiirig grijs of geelachtig beliaard. Dcl;scliildeii spaarzaam niet wiiic, zciilzaincr gceladitigc, meestal eenigsziiis \\\ de breedte iiitgetrokkeii vlekken voorzien; de lireede, uitgezakte zijvlek, achter het midden, uit 3 samenvloeiende sti|ivlekken beslaande; bij ab. c. .tcmcula M61. ontbreken deze vlekken geheel ot' nagenoeg geheel. Cly|)eus van voren sterk nitgerand, aan weerszijden met een lobvormigen, iets o|igerichtcn tand. Ilals- scbild zonder spiegelvlekken. Dekschilden niet 5 dubhelsirepen, de al'wisselende binnenste tusschenruiniten met boogsiippels; de bultige langsverhevenhcid, achter de schoudcrbuil, tot aan bet uiteinde verloopend, slechts zwak aangeduid. Achterlijf bij het <? zonder laugsindruk. Lengte 84 —iij mm. Niet iulandscb. Deze soort zou in de Rijnprov. hij Crefeld gevangen zijn. Vooral op gele Composieten als Taraxacum, Ilieraciuni enz. De larve is door AV/(fw uitgetrokken, lang en dieht ge- baard: de binnenlob aan de binnenzijde met korte borstelha- ren bezet, aan den top onbewapend {C. a u r a td), of in een, meer of minder in de beharing verbor- gen, haak uitloopend. Kaaktasters vrij kort, het eindl
Size: 1236px × 2022px
Photo credit: © The Book Worm / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1800, bookdecade1890, booksubjectbeetles, bookyear1898