. Toonneel des menschelyken levens; of, De vernieuwde gulden winkel : waar in door poëtische, historische, morale, en schriftuurlijke leeringen, den mensche vertoont werd, hoedanig hy zijn leven, handel, en wandel, zediglijk, eerbaarlijk en vermakelijk zal overbrengen . g, hoe diep, hoe-lang, hoe wijt, hoe breet,Wat was, wat is, en blij ft, van gift ren, heden 3 morgen,„ 01 dit ligt wonder diepinGodes tfaad verborgen! . „ Zoo diep dat ik my yze 1 als ik dien afgrond naak^, „ Blyd ben ik, blyd* dat ik daar weder uyt geraak. vele dingen , en waren daar in ook^zeer verfcheyden van gevoelen, Benig


. Toonneel des menschelyken levens; of, De vernieuwde gulden winkel : waar in door poëtische, historische, morale, en schriftuurlijke leeringen, den mensche vertoont werd, hoedanig hy zijn leven, handel, en wandel, zediglijk, eerbaarlijk en vermakelijk zal overbrengen . g, hoe diep, hoe-lang, hoe wijt, hoe breet,Wat was, wat is, en blij ft, van gift ren, heden 3 morgen,„ 01 dit ligt wonder diepinGodes tfaad verborgen! . „ Zoo diep dat ik my yze 1 als ik dien afgrond naak^, „ Blyd ben ik, blyd* dat ik daar weder uyt geraak. vele dingen , en waren daar in ook^zeer verfcheyden van gevoelen, Benige ge-voelden dat het Fatum hing aan de macht der Sterren; andere . dat het in deNat uur alzo gejlelt was, en noemden t daarom t natuurl)\Fatum ,<s/!an-dere dat het niet kofl verandert, maar geiveldelyk uitgevoert moft worden:dit noemt men t geweldig Fatum, &c. Af aar om veel hier van te fpre-ken is onnodig , men leze daar van Lipfium in zyn Boeckxken van deSundvaftigheid in t ig, 19, 20. Capittel. Voor deze God Terminus worden bj den Romeinen geoffer t, vruchten,honingraten en wjn, daar van Ovidius in ^wFaftus breeder doet. Ziet 14 TOONNEEL Ziet hoe de wrake Gods (op dat wy niet en dolen )Hter vergeleken werd by eenen lullen Luc. 18. Zal God niet wreken dan zijn lieve en uitverkoren jHoewel hy goeder tier, en langfaam is tot toren; WAt de Oude Xedevormers by dez,e flillefiaande Molen hebben willen tekennen geven, z-ult gy lichtelijkyerjlaan. Zy verfier de dat de Goden z,cerlanghaam waren om te Jlr^jfcn T en met groot e lankmoedigheid de monden enboosheden der menfebe verdroegen; maar dat z,ytenlaatjlen met groot e gramfebap ontfiaakhenyalzoo dat z,y daar in de Molens gelijkj^aren, die alift datzjelange ilaan ronder zich te bewegenjiochtans ten lautjlen door ecnen harde wintgedreven, fnelom loopen, dat niemand ha) en Ijop k^njlutten. Daarom z,cydende oude wij <heids beminden y dat God f achtdijken t otter wrake treed, doch dat des Menfchetyke


Size: 1833px × 1362px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorvondeljoostvanden15871679, bookcentury, bookdecade1710