. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 18. GRAMINAE. 505 zijn aan den voet van een bundel lantje haren voorzien. Oe takken der pluim zijn zeer dun, Klad, heen en weer fjebogen, evenals de takjes ten slotte rechtop-afstaand. De aartjes zijn meest 4-5 mM lang, lancelvormii^, meest 6-9-bloemiR;, meest zwart-violet en, althans de zijdelinKSChe, staan op 2 niM lanjje stelen. De kelkkafjes zijn dunviiezij;, spits en omstreeks ' ;; a ' â¢_. maal zoo lanj,' als de onderste bloem, zij zijn vrij ruw. De onderste kroonkafjes zijn toegespitst, stompachtij;, met zwakke zijnerven, vrij ruw. â¢. 3-10


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 18. GRAMINAE. 505 zijn aan den voet van een bundel lantje haren voorzien. Oe takken der pluim zijn zeer dun, Klad, heen en weer fjebogen, evenals de takjes ten slotte rechtop-afstaand. De aartjes zijn meest 4-5 mM lang, lancelvormii^, meest 6-9-bloemiR;, meest zwart-violet en, althans de zijdelinKSChe, staan op 2 niM lanjje stelen. De kelkkafjes zijn dunviiezij;, spits en omstreeks ' ;; a ' â¢_. maal zoo lanj,' als de onderste bloem, zij zijn vrij ruw. De onderste kroonkafjes zijn toegespitst, stompachtij;, met zwakke zijnerven, vrij ruw. â¢. 3-10 AugustusâOctober. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant behoort thuis in Abyssinie, doch wordt bij ons wel als sierplant gekweekt en is verwilderd gevonden bij Wassenaar. E. aegyplica ') Lk. Egyptisch I i e f d e g r a s. Deze plant is wat blauwgroen en krachtig. Zij heeft een meest uit neerliggenden voet opstijgenden stengel. De bladen hebben een gladde scheede en een omstreeks 5 mM breede, van boven en aan den rand ruwe schijf. Het tongetje is in lange haren opgelost. De pluim is groot, tot 3 dM lang, breed met vrij stijve, gladde takken, waarvan de krach- tigste 2-3 grondstandige takjes hebben. De takken zijn niet heen en weer gebogen en althans de hoogere dragen alleen in het bovenste - â¢, deel aartjes. De aartjes zijn meest groen, smal lijnvormig, circa 6 mM lang, tot 8-bloemig, op circa 5 lange stelen. De kelkkafjes zijn lancetvormig, spits. Het onderste kroonkafje is toegespitst, vrij stomp, met duidelijke zijnerven. "â _. 1-5 Augustus. Voorkomen. De plant behoort in Noord-Oost Afrika, doch ook in Zuid-Rusland thuis. Zij is bij ons te Rotterdam, aangevoerd, waargenomen. 31. Scleróchloa ) P. B. S. prociJmbens â¢) P. B. (Glycéria prociJmbens Sm.). Stompar ig hard gras (fig. 442). Deze soort is aan den voet bundelsgewijs vertakt. De stengels zijn meest liggend, glad, meest tot boven bebladerd. De bladen hebben gladde, gekielde scheede


Size: 1437px × 1740px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants