. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 109. COMPOSITAE. — 425. bige slippen, wier eindlob grooter is. Zij zijn van boven kort behaard, van onderen wit spinnewebachtig viltig en daardoor witachtig groen, tamelijk kort- en zachtstekelig en loopen zeer lang af langs den stengel. De stengel en de takken dragen aan den top en in de bovenste bladoksels bloemhoofdjes, die alleen of in hoopjes van 3 a 4 zitten. De stelen zijn wel gestekeld, doch weinig gevleugeld, het bovenste einde is naakt, doch witviltig. De hoofdjes zijn rondachtig, vrij klein (hoogstens van 1 cM middellijn), zittend of kort ge


. De flora van Nederland. Plants. FAMILIE 109. COMPOSITAE. — 425. bige slippen, wier eindlob grooter is. Zij zijn van boven kort behaard, van onderen wit spinnewebachtig viltig en daardoor witachtig groen, tamelijk kort- en zachtstekelig en loopen zeer lang af langs den stengel. De stengel en de takken dragen aan den top en in de bovenste bladoksels bloemhoofdjes, die alleen of in hoopjes van 3 a 4 zitten. De stelen zijn wel gestekeld, doch weinig gevleugeld, het bovenste einde is naakt, doch witviltig. De hoofdjes zijn rondachtig, vrij klein (hoogstens van 1 cM middellijn), zittend of kort gesteeld. De omwindselbladen staan los, de buitenste zijn uit breederen voet lijn-lancetvormig, stekend, meest afstaand, de binnenste zijn ongewapend, groen. De bloemkroon is purper, zelden wit. De vruchten zijn kaal en glanzend. 6-9 dM. OO. Juli—September. De plant komt in uiterlijk vrij veel met Cirsium palustre overeen. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in Midden- en Noord-Europa voor op onbebouwde plaatsen, aan weg- kanten en is bij ons op allerlei gronden vrij algemeen. Volksnamen. In Groningen, Oost-Drente, Noord-Overijsel en op Tholen heet de plant doornstekel, op Walcheren heet zij hoekstekel. 39. Cirsium^) Adans. Vederdistel. Omwindselblaadjes aan den top versmald, vaak met stekelpunt. Helm- knopjes met lijn-lancetvormige aanhangsels. Vruchten langwerpig-lijnvormig of langwerpig-eirond, samengedrukt, glad, zonder ribben. Algemeene bloem- bodem bedekt met draadvormige haren. Haren der haarkroon gevind, in vele rijen staand. Bloemen van het hoofdje alle gelijk. Bladen stekelig gewimperd, de bladslippen in lange, krachtige stekels uitloopend. Biologische bijzonderheden. Door het stekelig zijn der planten zijn zij beschut tegen het opvreten door weidende dieren. De buitenzijde der stijltakken is geheel met veegharen bezet, die zich ook op den stijl voortzetten als een krans van langere haren. De randen der stijltakken dragen de stempelpapillen. Tabel tot


Size: 1210px × 2066px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants