. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Bevattende zo wel ene bestipte bepaling van de ligging en grote van die eilanden, als een volledige ontvouwing van hunne inwendige gesteltenis, vuurbrakende bergen, heete en warme bronnen enz. een omstandig bericht van de vruchten en kruiden des lands; .... Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics; genealogy. vanYSLAND. en zyne wyze alwetenheid Schel- vifch. 73 menfchen waakzaam is , en zyne wyze alwetenheid , wel- ke het ene oort dit en het ander dat verleent , dat de Ys- lande


. Beschryving van Ysland, Groenland en de Straat Davis. : Bevattende zo wel ene bestipte bepaling van de ligging en grote van die eilanden, als een volledige ontvouwing van hunne inwendige gesteltenis, vuurbrakende bergen, heete en warme bronnen enz. een omstandig bericht van de vruchten en kruiden des lands; .... Anderson, Johann, 1674-1743; Natural history; Natural history; Eskimo languages; Indian linguistics; genealogy. vanYSLAND. en zyne wyze alwetenheid Schel- vifch. 73 menfchen waakzaam is , en zyne wyze alwetenheid , wel- ke het ene oort dit en het ander dat verleent , dat de Ys- landers zich met hunnen Flack- en Hangvifch zullen vergenoe- gen, waar mede zy zich naar hunne nooddruft voeden, en die anderen hun niet namaken konnen , en dat zy den Noor wege- ren hunnen Rundvifch, gelyk ook den Hittlanderen de eigent- lyke en voordelige toebereiding van den Klipvifch , als het voornaamfte middel van hun beftaan en eigen kleinood, zullen overlaten. J. LVII. De Schelvisch, eigentlyk Schelfvisch , by de Engelfchen Hadock genaamt (Onps of Jfinus antiquo* rum , Afellus tertius f /leglefinus Rmideletii , Jeglefinus vel Ae- grefinus Belloniï) is van één geflacht meeden Kabeljauw,doch van geen zo goeden fmaak, blyft ook veel kleiner als deze, en heeft alleen kleine voelbare fchubben; waartegen alle de an- dere Kabeljauwzoorten glad en ongefchubt zyn (q) §. LVIll. De W y t 1 n g, of W1 t t 1 n g , naar zyn witach- wyting, tigen rug dus genaamt, (Eng. Whitig, Afellus candidus , AJellus mollis major five albus JVilloughb. p. 170 by onze Hilge- landers Caatjens) koomt den Schelvifch nader,dan den Kabel- K jauw, huizen opeen, en dekeen hem met allerly bedekzelen , op dat geen voch» te lucht, of wind , waar door hy flymerig word , 'er by zoude konnen komen. Gelyk hy dan ook voorts in de fchepen, waar mede men hem ver» voert, zo veel mogelyk, gedekt en voor lucht en wind bewaart moet wor- den; want hoe bedekter en duifterer hy ligt , hoe beter en duurzamer hy blyft. In d


Size: 2756px × 907px
Photo credit: © Library Book Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., booksubjectindianlinguistics, booksubjectnaturalhistory, bookyea