. De flora van Nederland. Plants. Rïiinis suberect-as Fig. 650. R. suberéctus i) Anders. (Fig. 650). Bij deze plant zijn de stekels klein en kort, kegelvormig, met samenge- drukten voet, bijna recht. De bladen hebben kleine, draadvormige steunblaadjes, van boven vlakke blad- stelen en groote, vlakke blaadjes. Het topblaadje is hartvorinig-eirond met een slanken top, de buitenste zijblaadjes zijn ongesteeld. De bloei wijze is trosvormig. ^. Loten ^ ^-ï' j ^ hoog. Juni, Juli. Vruchtrijpheid Augustus. Afval- len der bladen einde October. Door de vaak voorkomende 7-tallige bladen, de zeer kleine,


. De flora van Nederland. Plants. Rïiinis suberect-as Fig. 650. R. suberéctus i) Anders. (Fig. 650). Bij deze plant zijn de stekels klein en kort, kegelvormig, met samenge- drukten voet, bijna recht. De bladen hebben kleine, draadvormige steunblaadjes, van boven vlakke blad- stelen en groote, vlakke blaadjes. Het topblaadje is hartvorinig-eirond met een slanken top, de buitenste zijblaadjes zijn ongesteeld. De bloei wijze is trosvormig. ^. Loten ^ ^-ï' j ^ hoog. Juni, Juli. Vruchtrijpheid Augustus. Afval- len der bladen einde October. Door de vaak voorkomende 7-tallige bladen, de zeer kleine, meest zwartviolette stekels en de zwart- roode vruchten herinnert de plant aan R. Idaeus. Van R. sulcatus onderscheidt zij zich door de kleine stekels en door de ongesteelde buitenste blaadjes. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt op vochtigen boschgrond, ook tusschen struikgewas, aanranden van moerassen en op vochtigen zandgrond voor, vooral in Midden-Europa, ook bij ons. R. fissus-) Lindl. (Fig. 651). Deze plant heeft priemvormige, spitse stekels. De bladstelen zijn van boven diep gegroefd. De meeldraden steken niet boven de stijlen uit. K Loten nauwelijks 1 M hoog. Juni, Juli. Door de gevouwen, dofgroene bladen, door de bloemen, doch vooral door de korte meeldraden, komt de plant overeen met R. plicatus. In de overige kenmerken gelijkt zij meer op R. suberéctus, doch de bladen en de bloemen zijn kleiner. Een bastaard van R. fissus en R. silvaticus is bij den Haag gevonden. Voorkomen in Europa en in Nederland. Deze braambessoort komt aan randen van bosschen en in struikgewas in Noord-Duitschland, Zweden, Noorwegen, Denemarken, Engeland en België voor en is bij ons ook nog al eens aangetroffen. R. plicatus-) Wh. et N. (Fig. 652). Bij deze plant zijn de blaadjes duidelijk geplooid en scherp dubbel gezaagd. De bloeiwijzen zijn kort trosvormig, de bloem- stelen lang. De kelkbladen zijn afstaand, de meel- draden nauwelijks zoo hoog als de stijlen. De vruchten zi


Size: 1426px × 1752px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants