Archive image from page 209 of De flora van Nederland (1909-11). De flora van Nederland defloravannederl02heuk Year: 1909-11. 180 RANUNCULACEAE. FAMILIE 35. Europa, doch wordt ook vaak in tuinen en perken en ook in heggen aan- geplant. In ons land komt de Berberis in bosschen voor, doch meer in duinvalleien. Daar wordt zij nog al eens aangetroffen en komt haar standplaats goed genoeg overeen met de straks genoemde zonnige heuvels, om te mogen vermoeden, dat zij een natuurlijke is. Ook komt zij nog al op loss in voor. Enkele andere vindplaatsen wijzen er op, dat daar verwil- derde


Archive image from page 209 of De flora van Nederland (1909-11). De flora van Nederland defloravannederl02heuk Year: 1909-11. 180 RANUNCULACEAE. FAMILIE 35. Europa, doch wordt ook vaak in tuinen en perken en ook in heggen aan- geplant. In ons land komt de Berberis in bosschen voor, doch meer in duinvalleien. Daar wordt zij nog al eens aangetroffen en komt haar standplaats goed genoeg overeen met de straks genoemde zonnige heuvels, om te mogen vermoeden, dat zij een natuurlijke is. Ook komt zij nog al op loss in voor. Enkele andere vindplaatsen wijzen er op, dat daar verwil- derde sierplanten zijn aangetroffen. 2. Epimédiiim ') L. E. alpinum-) L E p i ni e d i u m (fig. 213). Uit den horizontalen wortelstok komt een rechtopgaande, ronde, onbehaarde stengel, die slechts een blad draagt. Dit blad schijnt den top van den stengel te vormen, want het staat even als de stengel, recht naar boven en de steel is even dik als de stengel. De eigenlijke voortzetting van den stengel is echter de bloemsteel; deze staat schuin en is dunner. Het blad is meestal dubbel 3-talIig, is aan alle vertakkingen voorzien van kleine steunblaadjes en daar ook behaard. De blaadjes zijn gesteeld, hart- vormig-eirond, gevvimperd-gezaagd, spits of toege- spitst. De bloemen staan in een al of niet vertakten tros. In het eerste geval zijn de zijtakken meestal 3- bloemig. Alle bloemstelen zijn met gelede klier- haren bezet. De kelkbladen, 4 in getal, zijn groen- achtig rood, vallen vóór het opengaan der bloem af en zijn half zoo lang als de kroonbladen. De kroonbladen, 4 in getal, staan tegenover de kelkbladen, zijn bloedrood, hol, spits en staan wijd uit. De bijkroonbladen zijn geel, korter dan de kroonbladen en liggen er tegen aan. Zij hebben het stompe, gesloten einde naar buiten, het open einde naar binnen gekeerd en zijn met den rand der opening aan den bloembodem vastgehecht. De meeldraden • zijn 4 in getal, staan rechtop en tegenover de kroonbladen. De vrucht is een veelzadige


Size: 1171px × 1707px
Photo credit: © Bookive / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: 1900, 1909-11, americana, archive, biodiversity, book, bookauthor, bookcentury, bookcollection, bookcontributor, bookdecade, bookpublisher, booksubject, bookyear, drawing, heukels_hendrik_1854_1936, historical, history, illustration, image, leiden_n_v_boekhandel_en_drukkerij_voorheen_d_j_br, new_york_botanical_garden_luesther_t_mertz_libra, ny_botanical_garden, page, picture, plants, print, reference, vintage