. Stichtelyke zinnebeelden gepast op deugden en ondeugden : in LVII tafereeelen vertoont . el ingeplant:Nietomhetfchandlyk en verachtlyk te bezinnen, Maar t waardigft: te keer, en laat, ö Jeugt, verblintdooronveritant U leiden met de hand,Van t averegtze fpoor, vol diftelen en doren, Daar ge eindlyk zoud verfmoren :Opt rechte Deugdepadt, daar vele u voorgegaan, Als heldre ftarren flaan,Om op uw aankomft, u van verre voor te lichten, Door veilige berichten. Hier AAN DEN LEZER. Hier is de leidftar, hier de heirbaan tot de Deugt, En deerkröon voor de my, nimmer zult ge u


. Stichtelyke zinnebeelden gepast op deugden en ondeugden : in LVII tafereeelen vertoont . el ingeplant:Nietomhetfchandlyk en verachtlyk te bezinnen, Maar t waardigft: te keer, en laat, ö Jeugt, verblintdooronveritant U leiden met de hand,Van t averegtze fpoor, vol diftelen en doren, Daar ge eindlyk zoud verfmoren :Opt rechte Deugdepadt, daar vele u voorgegaan, Als heldre ftarren flaan,Om op uw aankomft, u van verre voor te lichten, Door veilige berichten. Hier AAN DEN LEZER. Hier is de leidftar, hier de heirbaan tot de Deugt, En deerkröon voor de my, nimmer zult ge u in uw levensdagen, Van mynen raad beklagen. Nu is er niets meer nodig te zeg-gen , dan dat ik den goedwilligen Le^zer verzoek dit boekje met aandachten opmerking , zonder vooroordeel ,te doorleezen, en naar mate dat mynpen het oogwit getroffen heeft , mynyver den verdienden lof te geven ,• opdat dezelve niet worde gebluft, maaropgeheldert , en aangefpoort tot eenvervolg dier leerzame ftof. Pag. t HOUBRAKENS ZINNEBEELDEN. I. H E M E L K R I N G E N, t Gaat boven s menCchen £ié~, hoe dit klein Papiere velcfOnst groot heelal, uit s afgronds duider Getoogen, klaar voor oogen {telt,In al zyn deelen ryk van luifter. Terwyl aan s hemels trans, by trans fGeflingert van haar vloedgevaarte, Ontelbre ftarren gaan ten dans,En dryven op haar eige zwaarte. Een werkftuk, vol van MajefteiC, En nok volprezen *i>Is i HOUBRAKENS I. ZINNEBEELT. t TS een zekere , en onbetwiftelyke waarheit, datJL alle dingen hun noottzakelyk eer (Ie begin moeten heb-hen , en in dat opzigt aan hunne eerfie oirzaak verfcbul-digt zyn. Niet iser in de weerelcdat in den eerden zynevol-komenheit heeft ; maar alles ilygt daar toe by trap-pen. De gewaflen hebben hunne lente , en zomerdie hun rypheit geeft: en de levende fchcpfelen flap-pen in hunnen groeityd. tot volkomenheit. Zelfs de-ze onze Befpiegelingen (welker minder of meerdergoedkeuring aan de eerlte denking verfchuldigt blyft,)ware


Size: 1645px × 1519px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorbritgezinefl169817, bookdecade1720, booksubjectemblems