. De flora van Nederland. Plants. Aegilops cylindrica Fig. 495. A. cylindrica ') Host. Eennaaldgeitenoog (fig. 495). Deze meest sierlijke plant is aan den voet meest vrij sterk bundelsgewijs vertakt en vormt meest tal van rechtopgaande stengels. De bladen hebben gladde, doch meest aan de onderste langharig gewimperde, aan de bovenste iets opgeblazen scheeden en vrij smalle, meest althans aan de onderste, dun borstelig behaarde en bewimperde, meest aan weerszijden ruwe schijven. De spil der aar is in de knoopen ten slotte bros. De aar is dun en langwerpig, tot 7 cM lang, vrij los en heeft aan d


. De flora van Nederland. Plants. Aegilops cylindrica Fig. 495. A. cylindrica ') Host. Eennaaldgeitenoog (fig. 495). Deze meest sierlijke plant is aan den voet meest vrij sterk bundelsgewijs vertakt en vormt meest tal van rechtopgaande stengels. De bladen hebben gladde, doch meest aan de onderste langharig gewimperde, aan de bovenste iets opgeblazen scheeden en vrij smalle, meest althans aan de onderste, dun borstelig behaarde en bewimperde, meest aan weerszijden ruwe schijven. De spil der aar is in de knoopen ten slotte bros. De aar is dun en langwerpig, tot 7 cM lang, vrij los en heeft aan den voet meest 2 tot schubvormige deelen vervormde onontwikkelde aartjes, verder 4-7 vruchtbare aartjes en dan nog 1-2 onvruchtbare aan den top. De aartjes zijn breed lijnvormig, meest 4-bloemig, meest omstreeks zoo lang als het volgende lid van de spil der aar, weinig opgeblazen. De kelkkafjes (fig. 495) der vruchtbare aartjes zijn breed lijnvormig, aan den top 2-tandig met kort driehoekig-lancet- vormige, stekelpuntige tanden, zelden loopt de eene tand in een korte naald uit. De kelkkafjes van het topaartje dragen 1 of 2 zeer lange naalden. Het onderste kroonkafje (fig. 495) is ongelijk 2-3-tandig, stekelpuntig, alleen het onderste van het aartje draagt een naald, die even lang of bijna zoo lang is als de naald van het kelkkaf je, de andere hebben geen of een korte naald. O. 2-4 dM. MeiâJuli. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt op droge plaatsen in Zuid- en Zuid-Oost-Europa voor en is bij ons met graan aangevoerd waargenomen, bij Deventer, Oostzaan, Leiden, Rotterdam, Vlaardingen en Amsterdam. A. ovata -) L. Ovale geitenoog (fig. 495a). Deze plant heeft meest vele boogvormig of geknikt opstijgende, vrij dunne stengels. De bovenste bladen hebben een iets opgeblazen scheede en een smalle, meest vrij korte bladschijf. De aar is kort, meest niet meer dan 2 cM (zonder de naalden) lang, eirond of langwerpig, dicht, met 3-5 aartjes. Een onvruchtbaar lang genaaid


Size: 1528px × 1635px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants