. Proteus, ofte, Minne-beelden verandert in sinne-beelden . s om alle fchielickena-gcdachten (dicmiiTchien uyt het leien vanheteerite deel inhem (ouden mogen oniftacn zijn) te verletten endeaf te we-ren. Over raacltijdt plach wel yemant na het eten van eenigegroene fruyten een dronc goeden ouden vvijns te nemen om demaj^e regens fodanige rauvvicheden te verftercken, ende meer-der cracht,om die wel te verdouvven,aen te hierhet feive, goedertieren lefer, ende gebruyd: dciefte deelen vanonfe verdraeyinge even foo gelijcde paerden hare lefte declen,dat is, hare fleertcn docn^te vveten
. Proteus, ofte, Minne-beelden verandert in sinne-beelden . s om alle fchielickena-gcdachten (dicmiiTchien uyt het leien vanheteerite deel inhem (ouden mogen oniftacn zijn) te verletten endeaf te we-ren. Over raacltijdt plach wel yemant na het eten van eenigegroene fruyten een dronc goeden ouden vvijns te nemen om demaj^e regens fodanige rauvvicheden te verftercken, ende meer-der cracht,om die wel te verdouvven,aen te hierhet feive, goedertieren lefer, ende gebruyd: dciefte deelen vanonfe verdraeyinge even foo gelijcde paerden hare lefte declen,dat is, hare fleertcn docn^te vveten,omdemugghen,vlieghen,cnde andere ftekende gedierten die hun hier en daer op het lijffitten en prickelen^vande huyttejagh£n,ende alfooin rufte temogen blyvcn. Meeren wilden vvy u voordefèn tijtniet feg-ghen,lefer,latende de refte totueyghenbedenckinge,endeonsvorder ghedraghende toe de eerftcende oude , die hier naeris volghende. (?) % VOOJE^. Voortreden ende verklaringhe over het ooghmercfe des fchrijvers, in ditwxrck. Ndien ghy in jock,niet al fpel en foecktj lefèr,maergefintzijt hier wat re vindcn,dat[ci-nietcn fchijntic\velcn;foftaet ftilk: want ccr ghy voorrgaet, wonden■ f^vmï^ Avy u gcerne over het opfchrift van dit boecxken^ende ons ^■i,^ wit dat wy daer in voor hebben , ccn wcynich betich*f^ doen t Isbillick dat een yeder zy tolck ende vcrtaeld*.!~ fijnder woorden. De Grieckcn als mede de Latyncn, deGrieckcn hier in volghcnde, hebben dele nianiere vanIchryven Emblemata genaemt: den oorfpronck van wclck woort ick niet vooren hebbe hier na te (pooren. Macf (o my yemant vraeght war Emblemata inderdaet zijn? dien fal ick antvvoordcn,dattet zijn ftomme beelden,ende nochtansforekende: geringe raecken,ende niet te min van gewichte: belachelijcke din-«ren,ende nochtans niet fonder wi\fhcyt: Indewelckemcn de goede zedenals met vingher5 wyfen , ende met handen taften kan, in dewelcke (fegg ick)men gemecnlijck altii t m
Size: 1500px × 1665px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookauthorvenneadriaenpietersz, booksubjectemblems, bookyear1627