. De zeeën van Nederlandsch Oost-Indië. Oceanography; Coasts. Verspreiding der Icoraalriffen in den archipel. 33?. â 5/ 40 -^O 36 /a -^4 . 8 /9 â /2 /J 23 miniiutbladen der afdeeliiig hydrographie van het Departement van Marine. Te samen liggen deze eilanden op een verheven gedeelte van den onderzeeschen anticlinalen rug van den Soem- ba-Boeroe boog. Op Savoe -^^ komen, voor zoover bekend, opgeheven rifterrassen voor en hetzelfde is het geval op het ^^ ziiidwestwaarts daar dicht bij gelegen eiland Rai Djoewa. Het verderaf in dezelfde richting gelegen eiland Dana is een opgeheven atol (fig. 1


. De zeeën van Nederlandsch Oost-Indië. Oceanography; Coasts. Verspreiding der Icoraalriffen in den archipel. 33?. â 5/ 40 -^O 36 /a -^4 . 8 /9 â /2 /J 23 miniiutbladen der afdeeliiig hydrographie van het Departement van Marine. Te samen liggen deze eilanden op een verheven gedeelte van den onderzeeschen anticlinalen rug van den Soem- ba-Boeroe boog. Op Savoe -^^ komen, voor zoover bekend, opgeheven rifterrassen voor en hetzelfde is het geval op het ^^ ziiidwestwaarts daar dicht bij gelegen eiland Rai Djoewa. Het verderaf in dezelfde richting gelegen eiland Dana is een opgeheven atol (fig. 12) dat zich uit diep water verheft. Een hoefijzervormige ringwal van koraalkalk, waarvan de hoogste punten 34, 16 en 36 M. boven den zeespiegel') liggen, omsluit een vlakte, de vroegere ^'e- 12. Het opgeheven atoI Poelau Dana. bij Savoe. lagune, die slechts eenige meters boven den zeespiegel ligt. De ring is nagenoeg geheel gesloten en slechts door een onderbreking aan de noordoostzijde staat de lagune met het strand en de koraalriffen om den ringwal in verbinding. De bodem van de lagune bestond in 1875 volgens Studer uit een taaie klei met groote koraalblokken en werd gedeeltelijk door een meer ingenomen; volgens de Zeemansgids (Deel V p. 497, 1919) liggen in de lagune twee meertjes van zout water. Een beeld van het koraaleiland, uit het Noord-Noordwesten gezien is te vinden in de Land-Verkenningen bij dat deel op bladzijde 38. Volgens Studer is het eiland een opgeheven atol en bestaat het geheel uit rifkalk. In de schets (fig. 12) is de atolvorm goed weergegeven. Men moet zich voorstellen, om het ontstaan van dit eiland te verklaren, dat bij de ontwikkeling van den anticlinalen rug, waarop thans de eilanden Savoe, Rai Djoewa en Dana staan, het zuidwestelijk deel eens is ondergedompeld geweest en strandriffen, die daar om een klein prae-existeerend eilandje of op een bank zich hadden ont- wikkeld, gelegenheid kregen op te groeien tot een atol, en dat bij voortschrijdende


Size: 1787px × 1398px
Photo credit: © Paul Fearn / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1920, booksubjectcoasts, bookyear1922