. De flora van Nederland. Plants. 130 â SCROPHULARIACEAE. FAMILIE Verbascum nigrum Fig. 155. een verlengde bloeiwijze aan den top, zelden ook nog zijstandige. De bladen zijn dofgroen, van boven bijna kaal, langwerpig-eirond, gekarteld, de onderste zijn gesteeld met een hartvormigen voet, de bovenste bijna zittend. De bloemen zijn vrij groot (circa 2 cM breed), en staan in vrij dicht opeenstaande kluwens, die tot een enkelvoudigen slanken tros of pluim met korte, opgerichte tak- ken zijn vereenigd. De bloemstelen zijn langer dan de kleine kelk (3-4 niM). De bloemkroon is stervormig, lichtg
. De flora van Nederland. Plants. 130 â SCROPHULARIACEAE. FAMILIE Verbascum nigrum Fig. 155. een verlengde bloeiwijze aan den top, zelden ook nog zijstandige. De bladen zijn dofgroen, van boven bijna kaal, langwerpig-eirond, gekarteld, de onderste zijn gesteeld met een hartvormigen voet, de bovenste bijna zittend. De bloemen zijn vrij groot (circa 2 cM breed), en staan in vrij dicht opeenstaande kluwens, die tot een enkelvoudigen slanken tros of pluim met korte, opgerichte tak- ken zijn vereenigd. De bloemstelen zijn langer dan de kleine kelk (3-4 niM). De bloemkroon is stervormig, lichtgeel, aan den voet bloedrood gevlekt, zelden wit en heeft een vlakken zoom. De helmdraden zijn met purperkleurige wol be- zet en dragen overdwars zittende knopjes (fig. 155). De stempel is halvemaanvormig. De vrucht is klein, elliptisch, stomp, weinig langer dan de kelk (fig. 155). De zaden zijn klein, eirond, bruin. 1).. 6-12 dM. JuniâSeptember. De variëteit % thyrsoideum ') Prod. Ed. /heeft dichter viltige bladen en een dichteren bloemtros. Biologische bijzonderheden. Aan den voet der stervormige bloemkroon zitten 5 bloedroode vlekken, die naar de plaatsen tusschen de helmdraden wijzen, waar, al is het weinig, honig wordt afge- scheiden. Er is dan ook een klein motje, Ephestia elutella, dat daarop afkomt. Overigens biedt de bloem alleen stuifmeel, dat o. a. door hommels, die dit, snel van bloem tot bloem vliegend, uit de dicht bijeenstaande, uitstekende helmknopjes wegvegen, terwijl zij zich aan de helmdraden vasthouden. Ook stuifmeeletende Syrphiden, Syritta pipiens en Rhingia rostrata, komen naar de bloemen en bewerken eerst de haren der meeldraden. Waarschijnlijk leveren deze hen, evenals bij Lysimachia, het materiaal om het stuifmeel te doen kleven. De bestuivingswijze komt overeen met die bij V. thapsiforme. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant komt in geheel Europa op onbebouwde plaatsen voor. Bij ons is zij vrij algemeen langs wegen, in struikgew
Size: 1428px × 1751px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants