. Zegepraal der goddelyke liefde, vertoont in zeven en viertig ziel opwekkende zinnebeelden. In Zangmaat vervat op gelyk getal, van de uitgelezenste en bekwaamste wyzen, enz . Gods Kerken bond,Men zag het zaad der tweedragt haaft uitwannen3En elks Leer gezond :Maar nu t veel weten zegepraalt,En t mindere overhaalt y Nu voelt de Kerk de fmart,Daar t Liefdeloozc hart \Haar itaag m houd verward. Eenvoudigheit in t eerfte wezen, DerKriftekcrk,Gaf elk de Liefde in t Kriftenhart te lezen,J e s u s Leer, en dus de Heyland voorgegaan,Wie kent een nader )c Liefde vroed, en ttil,Kent Schoo
. Zegepraal der goddelyke liefde, vertoont in zeven en viertig ziel opwekkende zinnebeelden. In Zangmaat vervat op gelyk getal, van de uitgelezenste en bekwaamste wyzen, enz . Gods Kerken bond,Men zag het zaad der tweedragt haaft uitwannen3En elks Leer gezond :Maar nu t veel weten zegepraalt,En t mindere overhaalt y Nu voelt de Kerk de fmart,Daar t Liefdeloozc hart \Haar itaag m houd verward. Eenvoudigheit in t eerfte wezen, DerKriftekcrk,Gaf elk de Liefde in t Kriftenhart te lezen,J e s u s Leer, en dus de Heyland voorgegaan,Wie kent een nader )c Liefde vroed, en ttil,Kent School nog kerkgefchiljMaar oogc op s Hemels wil. OmKdri de wanrheit. plant de Liefde in uw gemoed:Zy is t, die ons de deur des Hemels open doet TOE- Goddelyke Liefde. 173 TOEPASSING. JErjlókte Joden, die het ligt Der werrelt reukloos hebt opent hier uw valsgezigt, In J E SUS is het éewig rjidgt ge y op Lettervonden Jloui, O Kaohalijt neg den hem > die op den hockjteen boavuals Zoo izis voorfpclt van Jehova blinde Joon,Hter leeft de Vader en den Zoon. De 174 Zegepraal, der gedaante dezer werrelt gaat voorby,. z nummvus . Icy veois tu tncrtel, depnnts les j^/rrr eb mcre,T)c ce -falUfh-e A-tnour, authnir Ir t*. -misere. Góddelyke Liefde. 17^ Mcnfelyke Liefde, verderfelyke GEZANG, Wyze: AVtgekarm aan uw arm , aVtgeween > &c, 1. WAs de mensIn zyn op aard,Niet tot eygen nut genasZig wel ras,Van het kwaad,Dat hem fchaad,En met grooter jammer dreygt:Maar de fmet van eygen Liefde, Hem gezeten in het hart,Hield, zoo dra zy hem doorgriefde,In zyn doling hem verward. Eygen waan,Is de baanNa t verderf,s Werrelts erf, En 176 Zegepraal y der En van al wat daar aan de mens,In zyn wens,Hart, en oogNaar om hoog,Daar volmaakter Liefde leeft. Hy zou haaft zyn kwaal ontdekken, Die in t goede kreupel gaat,En geen Liefde zou hem trekken,Van het geen Gods Liefde raad. ?■ t Wer
Size: 1401px × 1784px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookauthorhoogstratenjanvan16621756, bookcentury, bookdecade1720
