Nederlandsche Timor-expeditie, 1910-1912Beschreven door [et al.] . eniet zeer zwakke polarisatiekleuren, welke overeenkomen met door-sneden evenwijdig aan het optisch assenvlak van een glaucophaan,die bij grooter uitdoovingshoek wat rijker kan zijn aan het riebeckiet-molecuul. 2. In een sterk, van blauw tot zeer lichtviolet, pleochroïtische C zuil (tig. 1), die ongeveer homogeen was gekleurd neemt de hoek, begrepen tusschen de as van„ kleinste elasticiteit, tevens van grootste absorptie,•- ^ en de zuilas van het midden der zuil naar beidezijden toe van 36° tot 52°. Is deze as


Nederlandsche Timor-expeditie, 1910-1912Beschreven door [et al.] . eniet zeer zwakke polarisatiekleuren, welke overeenkomen met door-sneden evenwijdig aan het optisch assenvlak van een glaucophaan,die bij grooter uitdoovingshoek wat rijker kan zijn aan het riebeckiet-molecuul. 2. In een sterk, van blauw tot zeer lichtviolet, pleochroïtische C zuil (tig. 1), die ongeveer homogeen was gekleurd neemt de hoek, begrepen tusschen de as van„ kleinste elasticiteit, tevens van grootste absorptie,•- ^ en de zuilas van het midden der zuil naar beidezijden toe van 36° tot 52°. Is deze as van grootsteJo absorptie de c-as, dan komt dit overeen met overgangen van glaucophaan naar riebeckiet, isfJ! het de b-as, dan bestaat de zuil uit crossietischeamphibolen met zeer grooten hoek e: l\ De blauwe amphibolen vertoonen dikwijls zonairen bouw met grooter of kleiner uitdooving S- • df^i- randzone. Zij komen hoofdzakelijk in afzon- derlijke langzuilvormige kleine kristallen, maar ook zoowel metactinolietischen, als met een bruinen amphibool vergroeid, voor. ^ 109. Fig. hlauwc iiiiipliihdi /,(k( De actinolietische amphibool omgeeft den blauwen als een smallezoom, die door overgangen met de kern is verbonden, maar het komtook voor, dat in de langzuilvormige doorsneden de blauwe amphiboolaan het eene einde geleidelijk in een groenen naar het andere .eindevan de zuil vergroeiingenwerden ook reeds in hetvorige gesteente vermeld. In enkele gevallen isblauwe met bruinen am-phibool vergroeid, waar-bij de laatste de kernder kristallen vormt enin kleur geleidelijk inden blauwen amphiboolder randzone het hieronder geschetstec r o s s i e t. In de voor het laatstgenoemde mineraal sterk van blauw tot bijnakleurloos pleochroïti-sche sneden (fig. 2)vertoonen beide am-phibolen positieve el-lipsligging en is debruine pleochroïtisehvan lichtbruinaclitiggeel tot donkerderbruingeel, de laatstekleur voor de even-wijdig aan de Ideinsteelasticite


Size: 1777px × 1405px
Photo credit: © The Reading Room / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1910, booksubjectpaleontology, bookyea