. De flora van Nederland. Plants. Familie 22. Cupuliferae Rich. ^endcn. Reniuii/i<;c liccsters of booincn. Bloemen met of zonder bloemdek, althans de manneliji<e in katjes, soms ook de vrouwelijke. Meeldraden vaak voor de bloemdekbiaden of -slippen staand. Vruclitbeginsel onder- standig met 2-6 vereenigde vruchtbladen, met meestal 2-6 stempels. Ieder hokje bevat 1-2 eitjes. Vrucht een eenzadige (zelden 2-zadige) noot. Zaden zonder kiemwit. Bladen verspreid, of in 2 rijen staand, alleen des zomers groen, voorzien van steunbladen. Biologische opmerkingen. De bloemen van alle Cup


. De flora van Nederland. Plants. Familie 22. Cupuliferae Rich. ^endcn. Reniuii/i<;c liccsters of booincn. Bloemen met of zonder bloemdek, althans de manneliji<e in katjes, soms ook de vrouwelijke. Meeldraden vaak voor de bloemdekbiaden of -slippen staand. Vruclitbeginsel onder- standig met 2-6 vereenigde vruchtbladen, met meestal 2-6 stempels. Ieder hokje bevat 1-2 eitjes. Vrucht een eenzadige (zelden 2-zadige) noot. Zaden zonder kiemwit. Bladen verspreid, of in 2 rijen staand, alleen des zomers groen, voorzien van steunbladen. Biologische opmerkingen. De bloemen van alle Cupuliferae worden door den wind bestoven, behalve bij Castanea, waar meer insectenbezoek is waargenomen, hoewel ook in de bloemen van deze geen honig is te vinden. Terwijl de groepen der Betuleae en Coryleae bloeien voor de bladen zich ontwikkeld hebben, is dit niet het geval bij deFageae, doch bij de laatste bevinden zich de vrouwe- lijke bloemen aan de bui- tenzijde van de bladerkroon en de mannelijke katjes hangen (behalve bij Casta- nea) aan zoo lange stelen, ook aan de buitenzijde, dat het uitstrooien door den wind wel verzekerd is. Die katjes hebben minder bloe- men dan bij de eerste 2 groepen, doch de niet met zooveel kracht waaiende winden tijdens den bloeitijd verzekeren toch het over- brengen voldoende. Fig. i. Mycorrhizen (zwamwor- tels (fig. 1). Behalve bij els en berk, waar deze maar sporadisch voorkomen, vindt men bij alle geslachten dezer familie regelmatig de wortelharen dezer planten omsponnen door de draden van een schimmelmycelium, waarvan de sporen in den bodem aanwezig zijn, soms ook het mycelium zelf. Dat mycelium vormt om de wortels een viltachtig weefsel en de draden er van dringen ook in de schorscellen. Men spreekt hier van exotrophe mycor- rhizen (uitwendige zwamwortels) in tegenstelling met de endotrophe ( bij de familie der Ericaceae). Het maakt werkelijk bij deze planten vaak den indruk, alsof die myceliumdraden de wortelharen


Size: 1849px × 1351px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants