. De flora van Nederland. Plants. 418 COMPOSITAE. — FAMILIE 109. 35. Xeranthemum ^) Trii. X. annuum -) L. P a p i e r b 1 o e m (fig. 523). Deze plant heeft een penwortel en een rechtopstaanden, aan den voet vertakten, dun zijdeachtig viltigen stengel. De bladen zijn van boven dun zijdeachtig viltig, zittend, lijn- iancetvormig, stekelpuntig, gaafrandig, van onderen wit- viltig. De hoofdjes zijn alleenstaand, vrij groot, langgesteeld, veelbloemig. De omwindseibladen zijn kaal, de buitenste zijn bruinachtig wit, eirond, stomp, de binnenste roserood of lilakleurig, langwerpig-lancetvormig, spits
. De flora van Nederland. Plants. 418 COMPOSITAE. — FAMILIE 109. 35. Xeranthemum ^) Trii. X. annuum -) L. P a p i e r b 1 o e m (fig. 523). Deze plant heeft een penwortel en een rechtopstaanden, aan den voet vertakten, dun zijdeachtig viltigen stengel. De bladen zijn van boven dun zijdeachtig viltig, zittend, lijn- iancetvormig, stekelpuntig, gaafrandig, van onderen wit- viltig. De hoofdjes zijn alleenstaand, vrij groot, langgesteeld, veelbloemig. De omwindseibladen zijn kaal, de buitenste zijn bruinachtig wit, eirond, stomp, de binnenste roserood of lilakleurig, langwerpig-lancetvormig, spits, stralend, dubbel zoo lang als de bloemen. De algemeene bloem- bodem is met strooschubben bezet. De bloemen zijn alle van dezelfde kleur als de stralen van het omwindsel. De schijfbloemen zijn 5-tandig, aan den voet sterk verwijd, tweeslachtig, de straalbloemen zijn in gering aantal aan- wezig, 2-lippig, 5-tandig, vrouwelijk, doch meest onvrucht- baar. De kelkzoom bestaat uit 5 schubben en is evenlang als de vrucht. Deze is eirond-Iangwerpig of langwerpig, ongevleugeld, samengedrukt, zacht behaard. 3-6 dM. O. Juni, Juli. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant groeit in het wild in Zuid-Oost-Europa en wordt bij ons als sier- plant gekweekt. Zij is bij Venlo verwilderd gevonden. 36 Carlina ) Trii. C. vulgaris ^ L D r i e d i s t e 1 (fig. 524). Deze plant heeft een rechtopstaanden, spinne- webachtigbehaar- V'i. Xeranthemum annuum Fig. 523. den, gegroefden stengel, die naar boven meest scherm-pluimvor- mig vertakt is. De bladen zijn lancetvormig, vrij stijf, stekelig getand, van boven groen, van onderen meest spinnewebachtig viltig, de stengelbladen staan sterk uitgespreid, zijn soms samengevüuvven en omvatten half den stengel. De hoofdjes zijn vrij groot (tot 4 cM in middellijn), veelbloemig en staan gewoonlijk in vrij groot aantal aan de plant (zie boven). De buitenste omwindseibladen zijn hard steke- lig getand, afstaand, korter dan de binnenste, lijn-Iancetvormige (
Size: 1068px × 2341px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants
