Archive image from page 557 of De flora van Nederland (1909-11). De flora van Nederland defloravannederl02heuk Year: 1909-11. 4. SpiraÃa'-) Trn. Spiraea. Aruncus silvÃster Fig. 638. Bloembodem klokvormig. Kelk blijvend, 5-lobbig, zonder bijkelk. Kroonbladen 5, zelden 6-8. Meel- draden veel, door een klierring omgeven. Stijlen 3 of meer, eindelings, verdrogend. Vruchtbeginsels vrij, bovenstandig. Vruchtjes droog, meest 5 in een krans, op een schijfvormig verbreeden bloembodem ingeplant, zich naar binnen openend, niet opgeblazen, ieder met 2-11 zaden. Bloemen wit, in pluimen. Bladen enkelvoudig


Archive image from page 557 of De flora van Nederland (1909-11). De flora van Nederland defloravannederl02heuk Year: 1909-11. 4. SpiraÃa'-) Trn. Spiraea. Aruncus silvÃster Fig. 638. Bloembodem klokvormig. Kelk blijvend, 5-lobbig, zonder bijkelk. Kroonbladen 5, zelden 6-8. Meel- draden veel, door een klierring omgeven. Stijlen 3 of meer, eindelings, verdrogend. Vruchtbeginsels vrij, bovenstandig. Vruchtjes droog, meest 5 in een krans, op een schijfvormig verbreeden bloembodem ingeplant, zich naar binnen openend, niet opgeblazen, ieder met 2-11 zaden. Bloemen wit, in pluimen. Bladen enkelvoudig met kleine of zonder steunbladen. Overzicht der soorten van het geslacht Spiraea. A. Bladen onbehaard, langwerpig-lancetvormig. Pluimen dicht, zachtbehaard. B. Bladen van onderen behaard. a. Bladen van onderen, evenals de takken roestkleurig-viltig. onderste deel bebladerd. Bladen eirond-langwerpig, gezaagd langer dan de bloemkroon. S. tomentosa blz. 527. b. Bladen van onderen, evenals de takken grijsviltig. Pluim zeer dicht, lang, aan den voet weinig bebla- derd. Bladen langwerpig of elliptisch, naar voren iets gezaagd. Meeldraden dubbel zoo lang als de bloemkroon S. Doaglasii blz. 527. S. salicifólia â¢â ) L. T h e e b o o m p j e (fig. 639). Deze heester heeft geelroode, los bebladerde takken. De bladen zijn kortgesteeld, langwerpig tot langwerpig- lancetvormig, stomp of spits, ongelijk gezaagd, onbehaard. De bloemen staan in een eindelingsche, pyramidale, rijk- bloemige pluim. De kelkslippen zijn driehoekig, rugwaarts gebogen. De kroonbladen zijn wit of roodachtig, rond, op een oranjekleurige schijf gezeten. De doosvrucht is eerst groen of rood, later bruin. l. 9-12 dM. Juni, Juli. Biologische bijzonderheden. De bloemen zijn proterogynisch. Als de bloem opengaat, zijn de stempels al geschikt om stuif- meel op te nemen en steken boven de naar het midden der bloem gekromde meeldraden uit. Na het openen richten zich de meeldraden geleidelijk op en springen de helmknop


Size: 1035px × 1931px
Photo credit: © Actep Burstov / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: 1900, 1909-11, archive, book, bookauthor, bookdecade, bookpublisher, booksponsor, booksubject, bookyear, drawing, heukels_hendrik_1854_1936, historical, history, illustration, image, leiden_n_v_boekhandel_en_drukkerij_voorheen_d_j_br, page, picture, plants, print, reference, the_luesther_t_mertz_library_the_new_york_botanical_, vintage, zimmermann_a_albrecht_b_1860