. Dan. Heinsii Nederduytsche poemata . nAen Daniël Heins, Et walging, jaeopt hoochfl: heb ick veracht het geenDat de begaefde menfch beroofc van alle reen^ De dulle dronckenfchap-maer prach met trogglentgnocken (ken Nu om een fchuyfjen ^ en van *t geen zy gulfich floc-Een weynichjen ter fluyck. van die (meen ick) die fijnOock dronckaerts, niet van Frans of fchrale Rijnfche wijn,Maer Pegafus fonteyn. O driemael drie GodinnenVVtdeelfters van die dranck, laet my genade vinnen ,Op dat ick defen lof, die ick gans niet verdien^Mach tegenfpreecken , om daer door de Nijdt altijdtfchrolt


. Dan. Heinsii Nederduytsche poemata . nAen Daniël Heins, Et walging, jaeopt hoochfl: heb ick veracht het geenDat de begaefde menfch beroofc van alle reen^ De dulle dronckenfchap-maer prach met trogglentgnocken (ken Nu om een fchuyfjen ^ en van *t geen zy gulfich floc-Een weynichjen ter fluyck. van die (meen ick) die fijnOock dronckaerts, niet van Frans of fchrale Rijnfche wijn,Maer Pegafus fonteyn. O driemael drie GodinnenVVtdeelfters van die dranck, laet my genade vinnen ,Op dat ick defen lof, die ick gans niet verdien^Mach tegenfpreecken , om daer door de Nijdt altijdtfchrolt op eer,en willens niet wil wetenDat dit is het gebruyck van aertige Poë Apollo prent nieteens in u gedachtDat ick vermetelick my tfclve waerdich acht. it4enIoncl(vrou Aj^na Visschers op haer dicht te Leydcnfijnde van haergemaeckt, tndeacn hem ge f on den o^ het Ry Miifen dry en dry heeft Grieckcn ons gegeven ,Die nu noch fo men fecht op Helicons top leven :Dochwiedemecftefy, ofwiedatvoorengaet,En heeftfc niet gefeyt, en noch in twijfel ftact. Hefiodus wel eer heeft boven al geprefenCalliopc feer hooch, en meent dat zy moet wefeti Die 3$ DanielisHeinsii Die leyden moet den dans. maerClio (Irijdc omdeerMolpomcne niet min : Vranie noch hebben al gelijck . want Cüo leert ons prijfenDe mannelickedeucht, haer vrienden heeft de Koningen bedochtIn haeren droeven fanck: Vranie de nochvaft met malcander kijven,Oneffen van getal, en twijfelachtich blijven, Krijcht Leyden het befcheyt. De meefte van haer alKomt hier van Amfterdam : maeckt effen het^etal. Oycrfettinge njanhct XII. idylliumTheocrithtvaeyvan het beginfel is ^ Yt ghy gekomen dan, naer dat ick heb gewachtNaer u mijn liefile kindt den derden dachen nacht?Ghy fijt gekomen, die mintWort out op eenen dach, als hy zijn lief ni


Size: 1626px × 1537px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorschrijverpieter15761660, bookiddan, booksubjectemblems