. Gulden-spiegel, ofte opwekkinge tot christelijke deugden : afgedeelt in twee deelen : waar in vertoond werd de schadelijkheyd der zonden, mitsgaders de goedigheyd en weldaaden Godts over den boetveerdigen, tot leeringe en stigtinge aller christenen toe-gepast : nog is hier by gevoegt Thamars ontschaking, of de verdoolde liefde van Ammon : als mede de vermaakelijke bruylofts-kroon : doorblogten met verscheyde leerzame gedigten, vermaakelijke bruylofts en aandagtige liedekens : voorgesteld op de vier geteyden van den dag . et hem te Trou-Gelijk in dat geval ook menigmaal gefchied, ( Lie
. Gulden-spiegel, ofte opwekkinge tot christelijke deugden : afgedeelt in twee deelen : waar in vertoond werd de schadelijkheyd der zonden, mitsgaders de goedigheyd en weldaaden Godts over den boetveerdigen, tot leeringe en stigtinge aller christenen toe-gepast : nog is hier by gevoegt Thamars ontschaking, of de verdoolde liefde van Ammon : als mede de vermaakelijke bruylofts-kroon : doorblogten met verscheyde leerzame gedigten, vermaakelijke bruylofts en aandagtige liedekens : voorgesteld op de vier geteyden van den dag . et hem te Trou-Gelijk in dat geval ook menigmaal gefchied, ( Liefd gebooren werd zo ras melkander ziet. Philis, Hou op, mijnPhilida, wijdloopig nu te fpreekenVan Liefd, en van geluk doet onzen handel breeken,Keerd weder mijn Godin, en fpreekt u regte grond,Ew zonder veynzen meer, fpreekt Juffer uyt de Mond. Phi- io8 fZamcfi-fpraak tujfchcn Philis en Pbilidéi. P H I L I D A. Wel Philis tot beiluyt, zo vraag ik u volkomen, f Hebt gy dat in u Hert getrouwlijk my u Leven lang te leven in de Deugd,Te dragen zoet en zuur, in droef heyd en in vreugd: :Gelijk ik heb verhaald in veel verfcheyde zo gy t opregt meend, ik zal het veynzen ftaken. Philis. Opregt mijn Ziels-godin, zo vaftelijk gy het Hemels-ligt hier met u Oog aan fchouwt. P H I L I D A. Wel Philis deze Ring die zal ik dan aanvaarden,En zal een rfcken zijn van u, mijn Lief, mijn gy in trouwheyd leefd, en niet in valfche op zal ik u Bruyd, en gy mijn Bruygom Het IC9 Het Tweede Deel. Aan de Onder-getrouwde, Vergelceken by de Voor-middag. T)e Mtn^ in T)eugd gevoed^Volbrengt des Minnaars wenfchen yEn baard een zoete vreugdOp Aard by alle Menfchen:Wanneer een Jeugdig TaarJn IDeugd naar Trouwen gaat,^an Jlaat de Gulden ZonIn d^alderhoogfie graat. Gent D IIO Genezis 2: 18. o^oTi ftabtie be ^€€M€ ^obt gefji^aften: j^et en ^niet nocb bat be jEEenfcï^e aïïeen sp; 3ïi jaï ï\tm eenguïjie maaiten [bie] aï^ tegen gem a
Size: 1749px × 1429px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., booksubjectchris, booksubjectemblems, booksubjecttencommandments
