Tijdschrift voor entomologie . s de helft langer dan de binnen-rand, de achterrand een zevende korter, vrij steil, naauwelijksgebogen, hoeken vrij duidelijk. Achtervleugels met afgerondehoeken en buikigen, op ader 5 iets gebogen achterrand. De voorvleugels zijn op het wortel-derde, langs den voorranden tusschen de tanden van den lichten band zwartgrijs bestoven,de middenader tot ader 2 hier en daar zwart beschubd, verdereven als ader 5, 4 en de onderrandsader tot aan den lichtenband, zeer duidelijk bruinachtig. Teekening onduidelijk, grofzwartgrijs; op het eerste derde ziet men drie zulke dwar


Tijdschrift voor entomologie . s de helft langer dan de binnen-rand, de achterrand een zevende korter, vrij steil, naauwelijksgebogen, hoeken vrij duidelijk. Achtervleugels met afgerondehoeken en buikigen, op ader 5 iets gebogen achterrand. De voorvleugels zijn op het wortel-derde, langs den voorranden tusschen de tanden van den lichten band zwartgrijs bestoven,de middenader tot ader 2 hier en daar zwart beschubd, verdereven als ader 5, 4 en de onderrandsader tot aan den lichtenband, zeer duidelijk bruinachtig. Teekening onduidelijk, grofzwartgrijs; op het eerste derde ziet men drie zulke dwarslijnen2 en 5 vrij digt bijeen; t\] zijn in de middencel gebroken enloopen van daar schuins naar binnen. Middenveld met driezeerflaauwe, donkergrijze, gegolfde, genoegzaam loodregte band duidelijk afgezet, op ader 6 vrij scherp gebroken,verder, iets geslingerd, genoegzaam regt op den binnenrandaanloopende en door cene in stippen opgeloste lijn zeer klein en onduidelijk. Golflijn flaauw, wit, in. V fee Gemis Eii]ii(li(>(iii. A, sculps. GESLACHT EÜPITHECIA. 129 cel \b niet verbreed. Wortelhelft der achtervleugels legen denbinnenrand met sporen van regie ^ zwartgrijze dwarslijnen, dedonkergrijze achterrandsbestuiving in het midden rond gebogen. Franje donkergrijs met zwartgrijze vlekken. Achlerlijf 2 op zijde bruinachtig gevlekt, de rug en de zijden metzwarte slipjes. Onderzijde grijswit, de achterrand breed don-kerder met lichten middenband als boven. Vliegtijd : Junij, Julij. Volgens den heer H. Crewe is de rups dezer soort zeer lang,dun en slank , naar den kop toe belangrijk verdunnende ; zij isin het laatst van Augustus en gedurende de maand Septembervolwassen te vinden op dezelfde planten als Eup. satijrata,Apargia hispida en Crépis taraxifolia verkiezende. Hij be-schrijft twee variëteiten : 1. Grondkleur geelachtig groen. Middelste ruggelijri breed,donkergroen, in de geledingen smaller. Lijnen op zijde van denrug


Size: 1354px × 1846px
Photo credit: © The Reading Room / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1800, bookd, booksubjectentomology, booksubjectinsects