. Proteus, ofte, Minne-beelden verandert in sinne-beelden . opofferen? fonder-linghe ni dien ons eyghen (terorae, terwyleawy bidden, van ons ghehoort zijnde, dacr toedienftich is, om ons finnen meer op te wec-ken, en telcken als die fchijnen te willen gaendwalen, wederom als tot God te houden daeroraraeditterdtie dingen noo-dich xijn, om v/el te bidden, te weten eerll-,een welbereytgemoet, Icdich van alle anderebekommeringhc : ten tweeden , een lichaemgantf h en al geftelt tot nedericheyt :endc tenderden de vrucht onfer is, een ( uyt het biniienlte herten kr


. Proteus, ofte, Minne-beelden verandert in sinne-beelden . opofferen? fonder-linghe ni dien ons eyghen (terorae, terwyleawy bidden, van ons ghehoort zijnde, dacr toedienftich is, om ons finnen meer op te wec-ken, en telcken als die fchijnen te willen gaendwalen, wederom als tot God te houden daeroraraeditterdtie dingen noo-dich xijn, om v/el te bidden, te weten eerll-,een welbereytgemoet, Icdich van alle anderebekommeringhc : ten tweeden , een lichaemgantf h en al geftelt tot nedericheyt :endc tenderden de vrucht onfer is, een ( uyt het biniienlte herten krachtelijckuytghedreven. Welcke drie dinghen indienwymonsgebet te famenvoeghen, fooenitTereheen twijffelaen teflaen,of God wiloiisghe-wiflelijck verhooren,indien nietnac onfen wil-le; immers tonfen beften. P S A L. 144. PRope e si Dominm omnibta invöcart-tibm eum in vmtate. Be R N ARD. Qpafido f de/is, ^ humilist&fervensoratio ftterit, cdum, haudditbio^pCxetrabit, unde certum csi quod vacua re»direnonpofit. C 2 AMOR 20 AMOR, FORM/£ CONDIMENTVM. ARISTOT. I. ETHÏQ Vrjictiiqne dek^abik eB, qucd amat. PLVTARCH. IN LIB. D£ AVDITIO. ^A Mator alhosDeorurnfilios appelUt^nigrü virilium nomen trihuens. Amor•^^enim, hederx inftar^ valet (e quhvts anepta 4»sa applicare. H O R A T. ^-jr^yrpia decitiunt acum vitia,, aut et tam ip/kIj DeUiiant^ veluti Balbinum po/)pM Agndt^ Tieyf 21 IJeyt leeiic^^ lief, noch (choonen coolfack. Ofoetc rafery! hoe kant de Minne voeghen ?De Sim fchept inden aepecn wonder groot vernoeghen^Al wacr oyt Venus kint zijn gulde pijlen fchiec,Daer woont de fchoonhcyt felfs, hoewel die nicmant in het Ücf, al zijnder hondert vint terftont een kleet om alle vuyl tedecken: Den ftouten noemcmen vry, diedroncken is, vcrheucht:De liefde weet de fc)l tetreckcn totdedeught. Nunquam dcformis amica eft. DVlcü amor faror efi. Stupet ebria Jimia fuis camlts pulchrtM ejfe f ut amans vitiam (nimis td licet exjlet) aw


Size: 1592px × 1570px
Photo credit: © Reading Room 2020 / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookauthorvenneadriaenpietersz, booksubjectemblems, bookyear1627