. De flora van Nederland. Plants. Peucedaaum carvifoliuin Fis. Anetiium CTraveolens Fig. 544. groeve ligt een breede striem 26. AnéthumO Trn. A. gravéoiens -) L. Dille (fig. 544). De plant is onbehaard en sterk riekend. Uit den pen- wortel komt een rechtopgaande, rolronde, dunne, ge- streepte, holle, vertakte stengel. De bladen zijn 2-3-voudig gevind met veeldeelige blaadjes en zeer smal lijn-, bijna draadvormige slippen, de bovenste zitten op een scheede, die korter is dan de biadschijf. De schermen hebben 15-30 ongelijke stralen. Het om- windsel en de omwindseltjes ontbreken of zijn ar


. De flora van Nederland. Plants. Peucedaaum carvifoliuin Fis. Anetiium CTraveolens Fig. 544. groeve ligt een breede striem 26. AnéthumO Trn. A. gravéoiens -) L. Dille (fig. 544). De plant is onbehaard en sterk riekend. Uit den pen- wortel komt een rechtopgaande, rolronde, dunne, ge- streepte, holle, vertakte stengel. De bladen zijn 2-3-voudig gevind met veeldeelige blaadjes en zeer smal lijn-, bijna draadvormige slippen, de bovenste zitten op een scheede, die korter is dan de biadschijf. De schermen hebben 15-30 ongelijke stralen. Het om- windsel en de omwindseltjes ontbreken of zijn armbladig. De kroonbladen zijn geel, gaafrandig, bijna rond met naar binnen gekromden top. De vrucht is eirond, ruggelings samengedrukt, door een breeden vlakken rand omgeven (ffg. 544). De deelvruchtjes hebben 5 ribben, waarvan de 3 dorsale draadvormig gekield zijn en uitsteken, terwijl de 2 zijribben in een platten vleugel verbreed zijn. In iedere 4,5-12 dM. C. Juli—September. De plant gelijkt op Foeniculum officinale, maar onderscheidt zich er van (behalve door de geslachtskenmerken) door de kortere bladslippen en den geur. Voorkomen in Europa en in Nederland. De plant behoort «?«s^?.,i?-f'g;S5®?ï* thuis in Zuid-Europa, doch wordt in moestuinen bij ons gekweekt en is ook, hoewel zelden, verwilderd gevonden. 27. Pastinaca ) Trn. P. sativa') L. Pinksternakel (fig. 545). Deze plant is behaard en heeft een zoeten, aro- matischen geur. De penwortel is bij de wilde exemplaren dun en houtig, bij de gekweekte echter vleezig. De stengel is rechtopstaand, kort behaard, kantig gegroefd, krachtig, naar boven vertakt. De bladen zijn gevind, de hoogere zijn kleiner. De blaadjes der wortelbladen zijn eirond tot langwerpig, vaak gelobd, stomp, ongelijk gekarteld-gezaagd, van boven glanzend. Please note that these images are extracted from scanned page images that may have been digitally enhanced for readability - coloration and appearance of these illustrations may not perfectly resem


Size: 1442px × 1733px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants