. De flora van Nederland. Plants. Mentha silvéstris Fig. 235. L. Hertsmunt (fig. 235). heeft een krachtigen wortelstok. De stengel is zachtharig of alleen naar boven pluimvormig en overigens onvertakt, rechtopstaand. De bladen zijn zittend of kortge- steeld, langwerpig tot lancetvormig, van onderen door tamelijk stijve haren zijdeachtig, van boven nauwelijks of weinig behaard, soms ook daar viltig. Zij zijn gezaagd en niet gerimpeld. De bloemen staan in eindelingsche, vrij dichte, cylindrische schijnaren, ook aan de toppen van alle takken. De schutbladen (fig. 235) zijn lijn-priem- vormig, me


. De flora van Nederland. Plants. Mentha silvéstris Fig. 235. L. Hertsmunt (fig. 235). heeft een krachtigen wortelstok. De stengel is zachtharig of alleen naar boven pluimvormig en overigens onvertakt, rechtopstaand. De bladen zijn zittend of kortge- steeld, langwerpig tot lancetvormig, van onderen door tamelijk stijve haren zijdeachtig, van boven nauwelijks of weinig behaard, soms ook daar viltig. Zij zijn gezaagd en niet gerimpeld. De bloemen staan in eindelingsche, vrij dichte, cylindrische schijnaren, ook aan de toppen van alle takken. De schutbladen (fig. 235) zijn lijn-priem- vormig, meest vederachtig behaard. De kelk is klokvormig met naakte keel (fig. 235). De kelkbuis is tot aan den voet behaard, de 5 tanden zijn lijn- priemvormig, aan den boven samengesnoerden vruchtkelk ten slotte iets samenneigend. Debloem- kroon is roodachtig-lila, van binnen onbehaard. De vrucht is eirond, fijn gepunt. De plant riekt aangenaam, ij-- 3-9 dM. JuliâSeptember. Vormen hiervan zijn: a. viilgaris -) Koch. Bladen althans van onderen dicht aanliggend viltig, vlak of maar weinig gegolfd. Bloemstelen behaard. Kelk niet kaal aan den voet. II. nemorósa â '). (M. nemorosa Willd.). Vilt van den stengel en van de ondervlakte der bladen aan- gedrukt, witachtig. Vorm velutina â ') LeJ. Beharing fluweelachtig. .5. viridis "). (M. viridis L., M. silvéstris ') 5. glabra'') Koch.) (fig. 236). Plant bijna kaal, dof- groen , bloemsteel en kelk aan den voet steeds onbehaard. Bladen meest lancetvormig, gezaagd, aan weerszijden groen. Schijnaren dun, los, lang. Schutbladen en kelktanden lijnvormig, glad of ge- wimperd (fig. 236). Sterk en aangenaam riekend. Voorkomen in Europa en in Nederland. De soort komt in geheel Europa aan rivieroevers, slootkanten en in heggen (doch dan meest verwilderd) voor. De vorm is bij ons vrij algemeen, II. nemorosa vrij zeldzaam en de vorm velutina van deze zeldzaam. De vorm 5. is inheemsch in Zuidelijke streken, doch is bij ons in tuinen ge- k


Size: 1465px × 1706px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No

Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants