. De flora van Nederland. Plants. Diplotaxis tenui'folia Fig. 383. B. Kelkbladen opuciiclil. StoiiLiel hijiia onhcbladcid, alluuii aan den v(k'( bladen diatfend. a. Bloemstelcn 2 maal zoolanii als de kelk. Hauvven 'A maai zoolang ais de vruchl- steien. Kroonbladcn 2 maal zoolanji als de kelk D. muralLs blz. 2Ka. b. Bloemstelen even lanj^ als de kelk. Hauvven 4 maai zoolang als de vruchtsteien. Kroonbladen lioo.ü;stens iets langer dan de kelk u. viminea blz. 2S(). D. tenuifólia') D. C. Zand kool (fig. 333). De plant is onbeliaard, blauwachtig berijpt, dus gelijkt wei wat op een koolsoort, ook d
. De flora van Nederland. Plants. Diplotaxis tenui'folia Fig. 383. B. Kelkbladen opuciiclil. StoiiLiel hijiia onhcbladcid, alluuii aan den v(k'( bladen diatfend. a. Bloemstelcn 2 maal zoolanii als de kelk. Hauvven 'A maai zoolang ais de vruchl- steien. Kroonbladcn 2 maal zoolanji als de kelk D. muralLs blz. 2Ka. b. Bloemstelen even lanj^ als de kelk. Hauvven 4 maai zoolang als de vruchtsteien. Kroonbladen lioo.ü;stens iets langer dan de kelk u. viminea blz. 2S(). D. tenuifólia') D. C. Zand kool (fig. 333). De plant is onbeliaard, blauwachtig berijpt, dus gelijkt wei wat op een koolsoort, ook door de groote , gele bloemen als bij Brassica Napus, die ook in een even lossen tros, als bij deze staan, doch die tros verlengt zich niet bij den bloei, als bij B. Rapa. De sten- gel is krachtig, armbladig, ligt voor het onderste deel, staat verder rechtop en is van den voet af vertakt. De bladen zijn gesteeld, de onderste vin- spletig of vindeelig met lijnvormige, gaafrandige of getande slippen, de bovenste vaak lijnvormig, ongedeeld, bijna gaafrandig. De bloemen staan in eindelingsche, okselstandige trossen, zijn citroengeel, groot, welriekend, na den bloei bruin. De kelkbladen zijn roodachtig geel, de kroonbladen zijn 3 maal zoo lang als de kelk. De hauvven staan op lange, schuin afstaande stelen, schuin of rechtopstaand, en zijn boven de invoeging van den kelk kortgesteeld (fig. 333). 3-8 dM. Juni--Herfst. De variëteit ,S. integrifólia-) Koch heeft langwerpige of lancetvormige, grof getande bladen. Voorkomen in Enropa en in Nederland. De plant komt op onbebouwde gronden en puinhoopen in Midden- en Zuid-Europa voor. Bij ons komt zij vooral op nieuwe gronden, veel langs spoorwegen en op eenigszins zilten bodem voor. Zij schijnt bij ons meestal te zijn ingevoerd, doch is geheel ingeburgerd. De var. /3. integrifolia is bij ons vrij zeldzaam. D. muralis ) D. C M u u r z a n d k 0 0 1 (fig. 334). De plant is een weinig behaard door rugwaarts gerichte haren, vooral
Size: 1431px × 1747px
Photo credit: © Central Historic Books / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookcollectio, bookdecade1900, booksubjectplants