. Dr. van Gorkom's Oost-Indische cultures. Opnieuw uitg. onder redactie van Prinsen Geerligs. [Door van der Stock et al.] . Fig. 318. Pala<(uiuin oblongifolium Burck. Van links naar rechts: bloemknop., bloem, zaad van voren, zaad van ter zijde (de twee eerste op dubbele, de twee laatste op ware grootte). kiemwit, in welk geval de zaadlobben dun zijn (onder anderen Payena), bij andere ontbreekt het (onder anderen Bassia, Palaquium, Diploknema). Als vetleverend zijn voor Nederlandsch-Indië van belang: i°. Palaquium-soorten, die als regel in de zaadkernen een hard vet bevatten,
. Dr. van Gorkom's Oost-Indische cultures. Opnieuw uitg. onder redactie van Prinsen Geerligs. [Door van der Stock et al.] . Fig. 318. Pala<(uiuin oblongifolium Burck. Van links naar rechts: bloemknop., bloem, zaad van voren, zaad van ter zijde (de twee eerste op dubbele, de twee laatste op ware grootte). kiemwit, in welk geval de zaadlobben dun zijn (onder anderen Payena), bij andere ontbreekt het (onder anderen Bassia, Palaquium, Diploknema). Als vetleverend zijn voor Nederlandsch-Indië van belang: i°. Palaquium-soorten, die als regel in de zaadkernen een hard vet bevatten, dat bij verschillende soorten bijna 60% van het droog- gewicht uitmaakt. Het belangrijkste zijn: Palaquium Pisang Burck, balam, njatoeh pisang (); Palaquium oleosum Burck., soentei (Siak); en Palaquium oblongifolium Burck, njatoh (Sambas); deze laatste soort komt op Sumatra, Borneo en Riouw voor en is tevens de stamplant van de ') Zie blz. 842.
Size: 1899px × 2631px
Photo credit: © The Bookworm Collection / Alamy / Afripics
License: Licensed
Model Released: No
Keywords: ., bookcentury1900, bookdecade1910, booksubjectagriculture, bookyear